Dag RAM,

De jongste of laatste dag is de opstandingsdag voor iedereen die dood is, rechtvaardigen of onrechtvaardigen. Alleen staan de rechtvaardigen blijkbaar wat eerder op, maar wel op diezelfde oordeelsdag, maar dan "ten leven" naast de anderen die "ten VEROORDELEND oordeel" opstaan. De rechtvaardigen komen niet in het VEROORDELENDE oordeel, want zij staan in het boek des levens van het Lam. Zij staan op in de 1e of belangrijkste opstanding nl. de opstanding ten leven waar over de 2e dood geen autoriteit heeft.

Toch is het ook weer zo dat 2 Kor. 5:10; Rom. 2:14-16; 14:10 spreken over een rechterstoel waar allen voor komen te staan. Dat wordt dan ook in Mat. 25:31-46 en in Op. 20:11-15 getoond. Daar worden als het ware boeken geopend met de namen en de werken van de ongelovigen, en het boek des levens van het Lam met de namen van alle gelovigen vanaf de grondlegging der mensenwereld (Fil. 4:3; Op. 3:5; 13:8; 17:8; 20:12 en 15; 21:27)

Dus de ongelovigen/ongehoorzamen staan ook op op de laatste dag/de oordeelsdag en worden op die dag ook geoordeeld (Joh. 12:48 en context). Het is zelfs zo dat de koningin van het zuiden en de mensen van Ninevé opstaan met het geslacht wat ongelovig bleef in Jezus' tijd, en zullen het veroordelen (Mat. 12:41-42 en context; Lukas 11:29-32).

Petrus schrijft in 2 Pet. 3:7 dat op de oordeelsdag, de dag van de ondergang der goddeloze mensen, dus de laatste of jongste dag, zij opstaan. De oordeelsdag is tevens dus de laatste dag en ook de dag van de wederkomst, waarbij de opstanding der rechtvaardigen het eerst plaats vindt (1 Kor. 15:20-28 en Op. 20:4, 5b en 6 gekoppeld met Op. 20:11-15 laat het geheel der gebeurtenissen van de oordeelsdag naar mijn mening zien.

Op. 20:5a is zeer waarschijnlijk een ingevoegde tekst die in strijd is met het feit dat zowel de gelovigen als de ongelovigen beide op de laatste dag zullen opstaan, daarmee zeggend dat de "overigen der doden" niet pas een symbolische "1000 jaar" later in een andere periode of andere symbolische dag opstaan/levend worden.

Eerst de 1e opstanding en het plaats nemen van de rechtvaardige gelovigen op oordeelstronen met Jezus. We zien in Mat. 19:28 en Lukas 22:28-30 wat in Op. 20:4, 5b en 6 staat. Er wordt in Mat. 19:28 en Lukas 22:28-30 gesproken over een verbond om het oordeel samen met Jezus uit te voeren als koninklijke priesters op de oordeelsdag die een symbolische "1000 jaar" omvat, de laatste dag. Het criterium is tussen waar geloof en ongeloof wat getoond wordt (voorbeeld Heb. 11:7 van Noach en de toenmalige mensenwereld).

En Paulus heeft het in 1 Kor. 6:2-3 over het feit dat de gelovigen de wereld en de afvallige engelen zullen oordelen. Samengevat: de ware gelovigen oordelen de ongelovigen en ongehoorzamen samen met Christus en zitten als het ware op tronen, een beeld van heerschappij.

Korter en eenvoudiger, met onderbouwing, kan ik het niet uitleggen......

Groet,
Elle