Dag Leprechaun,

Vooral is het bevreemdend als gelovigen dit zo ervaren. M.i. komt dat doordat, net als bij de getuigen, door gedachten en preken van vooraan staande dominees en bijbeluitleggers van jongs af aan onderwezen kregen en krijgen (mede door de boeken van John Nelson Darby en de Scofield uitlegbijbel, en dat degenen die iets anders zeggen, valse leraars zijn die niet geloven dat ondanks alles wat er gedaan wordt en gebeurt, Israel een soort alverzoening of 2e kans krijgt bij de wederkomst en er dus twee groepen gelovigen zijn met twee bestemmingen (net als bij de getuigen maar andere nuances daarbij).

Groeten,
Elle

Hoe ziet de toekomst van de ware kerk eruit?
door Willem Ouweneel.

https://cvandaag.nl/105903-hoe-ziet-de-toekomst-van-de-ware-kerk-eruit--willem-ouweneel/aHVpVUpMbkk1UGdVOVFIbFViSWNyNnpJakdvNXcvTHZKYTQzcEppZnNNMlUrUkdQNVRnekR3PT0

Regelmatig krijg ik vragen over pre-trib en post-trib; die afkortingen staan voor pre-tribulationisme (de opvatting dat Gods Gemeente wordt opgenomen vóór de ‘grote verdrukking’) en post-tribulationisme (de opvatting dat de Gemeente wordt opgenomen ná de ‘grote verdrukking’, dat is: bij de wederkomst van Christus) (je hebt ook nog de mid-tribulationisten, die geloven dat de Gemeente halverwege de ‘grote verdrukking’ wordt opgenomen). Al deze opvattingen gaan uit van het idee van een ‘grote verdrukking’ die nog over de aarde c.q. specifiek over Israël zou moeten komen.

De Here Jezus heeft dat inderdaad voorzegd (Matt. 24:21; zie ook Openb. 7:14). Maar Hij zei dat die ‘grote verdrukking’ pas zou komen als de ‘gruwel der verwoesting’ op de heilige plaats zou komen te staan. Dat sloeg niet op het jaar 70 (het jaar van de verwoesting van de tempel door de Romeinen), want toen was er helemaal niet zo’n gruwelafgod in de tempel. Het slaat ook niet op de nabije toekomst, want er is helemaal geen tempel in Jeruzalem, en de nieuwe tempel kan er pas komen nadat de Here Jezus is teruggekomen (Ezech. 40-44).

Maar, zal iemand zeggen, Jezus spreekt ook niet over de tempel, maar over ‘de heilige plaats’, dat is de Tempelberg in Jeruzalem. Correct. Maar daar staat al lang en breed een verwoesting brengende ‘gruwel’, en wel de Rotskoepel, waarbinnen driemaal op de wanden in het Arabisch geschreven staat dat ‘God geen zoon heeft’. Dat Godonterende bouwwerk staat er al vanaf het jaar 692 na Christus, ruim 1300 jaar geleden. Sindsdien (sinds de macht van de islam zich stevig in het Heilige Land genesteld had) is er voor Israël een ‘grote verdrukking’ geweest’, de ‘tijd van benauwdheid voor Jakob’ (Jer. 30:7), die al vele eeuwen gaande is, en ook nog doorgaat zelfs nu Israël een eigen staat heeft gekregen (denk aan 7 okt. 2023!). Het dieptepunt van die ‘grote verdrukking’ was de Sjoah, de Holocaust (1942-1945), waarin zes miljoen Joden zijn omgebracht. Hoe zou men zich in vredesnaam kunnen voorstellen dat er in de nabije toekomst nog een ‘grote verdrukking’ zou kunnen plaatsvinden die nóg erger zal zijn dan de Holocaust?

Dit alles hangt ook samen met de vraag wat precies de betekenis is van de zeventigste ‘jaarweek’ in Daniël 9:27, maar dat zou ons hier te ver voeren. Laat me alleen de vraag opwerpen hoe men zich voorstelt dat halverwege die ‘week’ (zeven jaren) slacht- en spijsoffers zullen ‘ophouden’ als er helemaal geen plaats kan zijn waar in Jeruzalem (vóór de wederkomst van Christus) een dierlijke offerdienst zal plaatsvinden; dat kan pas in de nieuwe tempel.

Terug naar mijn eigenlijke vraag: hoe de toekomst van de ware kerk eruitziet. De Here Jezus zal binnenkort terugkomen om Zijn bruid tot zich te nemen (vgl. Openb. 19:6-10; 21:2; 22:17). Paulus beschrijft dat grootse moment ook, maar bij hem ligt meer de nadruk op de Gemeente als de strijders van Christus op aarde, die eenmaal, bij het laatste ‘commando’ dat zij ontvangen, van alle strijd verlost zullen worden: zij ‘zwaaien af’ en gaan ‘met groot verlof’ (1 Thess. 4:13-18). Elders (1 Kor. 15:51-57; Fil. 3:20-21) legt Paulus meer de nadruk op de verheerlijkte lichamen die alle leden van Gods Gemeente (zowel de levenden als de gestorvenen) dan zullen ontvangen. Zij zullen de Heer tegemoet gaan in de lucht, en vervolgens met Hem in heerlijkheid op aarde verschijnen (Kol. 3:4; 1 Thess. 3:13; Openb. 19:14). Het is zoals in vroeger tijden een koning een stad kwam bezoeken, waarbij de oudsten van de stad naar buiten gingen om de koning te verwelkomen en vervolgens met hem triomfantelijk de stad in te trekken.

Als de Gemeente eenmaal verheerlijkt in het Vaderhuis (Joh. 14:1-3) zal zijn opgenomen, is een van de dingen die haar wachten, de ‘openbaring’ van de gelovigen voor de rechterstoel van God c.q. Christus (Rom. 14:10; 1 Kor. 3:12-15; 2 Kor. 5:10). Daar zal het niet gaan om de vraag of wij al of niet behouden worden – dat zíjn we dan al – maar wat de werken die wij als gelovigen op aarde verricht hebben, waard zullen zijn: hebben zij eeuwigheidswaarde of niet? Van die vraag hangt het af of de gelovigen ‘loon’ zullen ontvangen, en welk ‘loon’ dat zal zijn. Zullen zij, zoals Jezus in de gelijkenis van de ponden uiteenzet, met Hem over vijf of over tien steden mogen regeren (vgl. Luk. 19:11-19)? Zullen zij de ‘onvergankelijke kroon [eigenlijk overwinningskrans]’ ontvangen (1 Kor. 9:25)? Of de ‘kroon van de gerechtigheid’ (2 Tim. 4:8)? Of de ‘kroon van het leven’ (speciaal bedoeld voor de martelaren; Jak. 1:12; Openb. 2:10)? Of de ‘kroon van de heerlijkheid’ (speciaal bedoeld voor de geestelijke leiders; 1 Petr. 5:4)?

Intussen heeft Christus op aarde dan het Messiaanse Rijk opgericht, waarin het (geestelijk en fysiek) herstelde Israël in het Heilige Land het middelpunt zal vormen van een wereld waarin vrede en gerechtigheid zullen heersen. Maar de mensen (Joden en niet-Joden) die dan op aarde zullen wonen, werken en gezinnen stichten, zullen nog hun sterfelijke lichamen bezitten. De gelovigen van de opgenomen Gemeente daarentegen zullen verheerlijkte lichamen bezitten, net als de Here Jezus zelf. Het herstelde Israël zal op aarde wonen, terwijl Jezus’ Gemeente met Hem in het Vaderhuis zal wonen, maar wel met Hem vanuit de hemel over de aarde zal regeren (Openb. 5:10; 20:6; 22:5).

Aan het eind van het Messiaanse Rijk komen er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openb. 21:1; vgl. 2 Petr. 3:13), dat wil zeggen: de herstelde en vernieuwde versie van Genesis 1:1. Maar dat zal voor Christus’ Kerk geen verschil maken: haar plaats zal tot in eeuwigheid zijn in het Vaderhuis, waar de drie-ene God al van eeuwigheid gewoond heeft: als kinderen van de Vader, als de bruid/vrouw van Christus, als eeuwig Geestvervuld.

==================================================================