De nieuw ontdekte slang van Freek Vonk is trouwens wel al overleden.
Triest toch
Een wurgslang die Freek Vonk een paar maanden geleden had ontdekt in Brazilië is dood aangetroffen. Dat schrijft de bioloog op Instagram. Hij heeft naar eigen zeggen van diverse bronnen gehoord dat de slang is doodgeschoten, hoewel er nog geen officiële bevestiging is van de doodsoorzaak.
https://nos.nl/artikel/2514186-door-freek-vonk-ontdekte-wurgslang-in-amazonegebied-is-dood
Die was zo goedaardig; hij vrat Freek niet eens op.
Freek Fonk!
Ja, kan me goed voorstellen dat sommigen daar
heel heet bij worden. Onze Freek Fonk heeft iets van Robert Erwin, de krokodillen knuffelaar uit Australie, het werd helaas zijn dood, een duivelsrog beëindigde zijn level. Teveel fantasietjes geen toeval allemaal.
Dag 62,
Je hebt al zo overtuigend aangetoond dat het
slangenzaad-gedoe,zelfs voor iemand met
anderhalve hersencel, duidelijke onzin is,
dat het waanzin is de denken dat mens en
reptiel seksueel contact zouden hebben
en dat dit contact tot een baby zou kunnen
leiden.
Laat RAM en en Rhode maar lekker fantaseren
over de geschubde beesten en hun (seksuele))aantrekkingskracht.
Wellicht kan Freek Vonk adviezen uitbrengen!
Groet,
Leprechaun
De leer over letterlijk slangenzaad kom je alleen bij enkele christelijke racistische splintergroepen tegen die zich tegen iedereen die donkerder dan een banaan of Joods is keren.
Hoe kan het zo zijn dat zo,n mooie schone waarheid ruim 1800-1900 jaar voor andere christenen en dus ook voor die van de eerste gemeente in Jeruzalem verborgen is geweest.
Maar gelukkig zijn er nadien racistische christenen gekomen, hulde aan hen.
Strongs 398 Akal heeft met eten te maken. Komt op die manier in het OT ruim 800 keer voor. En heeft daar nooit met sex te maken.
Maar volgens letterlijke slangenzaad aanhangers betekent Akal dus sex hebben.
Daarom is Genesis 2 en 3 aangepast. Om te kijken waar je dan op uit komt.
Strong's Hebreeuws: 398. אָכַל (akal) - 810 exemplaren
akal: eten
Oorspronkelijk woord: אָכַל
Woordsoort: Werkwoord
Transliteratie: akal
Fonetische spelling: (aw-kal')
Definitie: eten
NASB Vertaling
gegeten (76), zeker gegeten (1), zeker niet gegeten (1), consumeren (30), geconsumeerd (30), verbruikt (9), consumeren (9), verslinden (38), verslinden jij wordt verslonden (1), verslonden (30), verslinder (2), verslinden (3), verslinden (7), dineren (1), eten (398), vrij eten (1), gegeten (66), helemaal gegeten (2), vrij gegeten (1), eter (2), eter (1), eten (25), eet (29), eetbaar (2), geniet (2), volledig geconsumeerd (1), feestmaal (1), gevoed (8), voer (10), voedsel (4), geef hem te eten (1), gehad (2), heeft genoeg (1), leefde van (1), maaltijd* (1), door motten opgegeten* (1), genoeg te eten (1), gereduceerd (1), gedeeld* (1), proeven (1), ruimte weggenomen (1), gebruiken (1).
Genesis 2 15-17 volgens de SV
15 Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren 16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten ;
17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet , zult gij den dood sterven.
Genesis 2 15-17 volgens de letterlijke slangenzaad aanhangers.
15 Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren.
16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk sex hebben
17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet sex hebben ; want ten dage, als gij daarvan sex hebt , zult gij den dood sterven.
Genesis 3 1-22 volgens de SV
1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten ;
3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.
4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;
5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet , zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.
6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze , en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en a t; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at .
7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten.
8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.
9 En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?
10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.
11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van dien boom gegeten , van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt ?
12 Toen zeide Adam: De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten .
13 En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij bedrogen, en ik heb gegeten .
14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten , al de dagen uws levens.
15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.
17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten , waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten ; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens.
18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten .
19 In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten , totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.
20 Voorts noemde Adam den naam zijner vrouw Heva, omdat zij een moeder aller levenden is.
21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.
22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete , en leve in eeuwigheid.
Genesis 3 1-22 volgens de letterlijke slangenzaad aanhangers
1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet sex hebben van allen boom dezes hofs?
2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij sex hebben;
3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet sex hebben , noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.
4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;
5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan sex hebt , zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.
6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot sex hebben , en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en had sex ; en zij gaf ook haar man met haar, en hij had sex .
7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten.
8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.
9 En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?
10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.
11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van dien boom sex gehad , van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet sex hebben zoudt ?
12 Toen zeide Adam: De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb sex gehad .
13 En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij bedrogen, en ik heb sex gehad.
14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij sex hebben , al de dagen uws levens.
15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.
17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien sex heb gehad , waarvan Ik u gebood , zeggende: Gij zult daarvan niet sex hebben ; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan sex hebben al de dagen uws levens .
18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds sex hebben .
19 In het zweet uws aanschijns zult gij sex hebben , totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.
20 Voorts noemde Adam den naam zijner vrouw Heva, omdat zij een moeder aller levenden is.
21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.
22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.
schilderij van Anonymus: Adam aan het werk op het land
23 Zo verzond hem de HEERE God uit den hof van Eden, om den aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was.
schilderij van Michelangelo Buonarroti: De verdrijving uit het Paradijs
» meer
24 En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens.
28
Message Thread | This response ↓
« Back to index