Hoi Elle,
Dat staat er niet. In Matteus wordt het goede nieuws van DIT koninkrijk genoemd. Die tot het einde volhardt zal overleven.
Dit kan je niet serieus zonder een traan op 2000 jaar toepassen. Jezus heeft het niet over 'je persoonlijke leven tot je dood, volharden' maar over een grote verdrukking zoals er NOG NOOIT eerder heeft plaatsgevnoden.
Matteus 24 is heel eenvoudig, het is één gebeurtenis, niet 2.
Previous Message
Dag Distazo,
Het ligt er maar net aan welk koninkrijk Jezus bedoelde in Markus 1:14-15 waarin berouw, bekering en volharding tot het einde nodig was en is, en natuurlijk wel genade ontving op grond van geloof, maar nog niet de beloning doch slechts de belofte van een beloning of erfenis, dus
óf het koninkrijk van Kol. 1:13-14, wat gelijk is aan het koninkrijk van Ps.110 en Ps. 2, een tijdelijk koninkrijk waarin men tot het einde van het leven moest volharden en de koning aanvaarden,
óf het koninkrijk van Mat. 25:34 waar men onsterfelijkheid als beloning voor het berouw, bekering en volharden in dat tijdelijke koninkrijk had verkregen, en niet meer vergankelijk was en de goddelijke natuur en lichaam had verkregen zoals Jezus zelf, en werkelijk mocht heersen over de schepping zoals Adam en Eva in hun volmaaktheid als beelddragers Gods (Rom. 8:29-30; Filipp. 3:21; Gen. 1:26-27).
Groet,
Elle Previous Message
min of meer, komen we wel tot elkaar qua begrip.
Je leunt heel veel op één tekst, die een 'minikoninkrijk' zou inhouden, echter, er is geen kerkvader die zoiets leert, corrigeer me als ik het fout heb, maar dit is een leer die het WTG zo uitlegde.
Hoewel het regeren te midden van vijanden, min-of-meer zo uitgelegd zou kunnen worden.
Matteus 24 spreekt ALLEEN over de tijd van het einde, NIET over de tijd van genade of het minikoninkrijk.
Het spreekt over gebeurtenisssen die BINNEN een generatie zouden gebeuren. Sinds 1948 is de vijg rijp. De vrouw die Jezus de baby mocht zien, heette ze niet Anna? Ze was 84 jaar toen ze de Messias mocht zien.
Israel is 84 jaar in 1932. In 2025 is Israel 77 jaar oud. De laatste dagen, de boodschap van het evangelie, waar Jezus het over heeft, is -echt- binnen dat tijdsbestek, als de verdrukking is begonnen. Niet ergens in 33, toen met Pinksteren de heilige geest werd uitgestort, was de boodschap niet langer 'het koninkrijk is nabij'. Previous Message
Hoi Distazo,
Weer veel woorden en teksten gebruikt, maar ik wil mijn betoog onderbouwen, en dat gaat niet in een paar woorden .
De mens krijgt maar eenmaal de kans om voor Jezus te kiezen. Als hij dat doet dan moet hij daarin volharden onder verdrukkingen gedurende zijn tijd van leven (Hand. 14:22). Dat gebeurt onder het koning-hogepriesterschap van Jezus wat hij uitoefent te midden van zijn vijanden . Dat is de tijd waarin de mensen die tussen 1e en 2e komst voor Jezus kiezen, worden ondergebracht vanuit de macht der duisternis duisternis naar/in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde (Kol. 1:13-14). Dat koninkrijk was geen verrassing en ook was het al van te voren gezegd en voorzegd in Dan. 2:44; 7:13-14 en in Ps. 2 en Ps. 110.
Het koninkrijk/koningschap wat sedert de grondlegging der mensenwereld voor alle ware gelovigen van alle tijden was bereid en weggelegd, het koninkrijk/koningschap wat de Vader geeft, dat is wat voor eeuwig is (Mat. 13:43; 25:34; 26:29; Mark. 14:25; Lukas 22:16; 2 Pet. 1:11). Dat wordt in Efeze 5:5 het koninkrijk van Christus EN God genoemd, anders gezegd het koninkrijk wat God aan Christus en de ware gelovigen geeft. Maar God de Vader is daarbij voor altijd weer alles in allen, net als dat dit het geval was onder Gods heerschappij over de schepping welke gegeven werd aan Adam en Eva en wat hun ontnomen werd.
Kennelijk was er dus al te bestemder tijd door God voorzien dat er een tijdelijk koninkrijk vooraf zou gaan aan een eeuwig koninkrijk. Eerst moesten mensen geroepen worden zich te bekeren, waardoor ze in een tijdelijk koninkrijk kwamen waarin er nog vijanden waren, ook voor God en Jezus, het koninkrijk waarin Jezus als koning-hogepriester zou optreden en het ultieme offer zou brengen en aanbieden in de hemel, net als dat in het Israel onder de Wet gebeurde gedurende de "grote verzoendag".
Kennelijk is het nu ook de grote/langdurige verzoendag (2 Kor. 5:14-21). Deze duurt al krap 2000 jaar. En wanneer Jezus terugkomt dan verklaart of proclameert hij zowel de herschepping van de ware gelovigen van alle tijden als van de hele schepping op aarde (Rom. 8:18-30). Dat blijkt m.i. ook uit Heb. 11:39-40 waar de geloofsgetuigen van vóór Christus moeten wachten op de ware gelovigen van de christelijke gemeente zodat ze samen tot hun doel komen en zowel het geloof als de hoop werkelijkheid wordt, getoond door de liefde van God in Christus doordat dan Jezus de eerstgeborene zou zijn onder vele brs en ztrs (Rom. 8:29-30).
======================================================================
Wat Mat. 24:14 betreft, ik geloof dat de boodschap van Mat. 24:14 en van het hele NT in fazen zowel spreekt over 1) een tijdelijke koninkrijk en 2) een eeuwige koninkrijk.
1) Het koninkrijk te midden van Gods en Jezus' vijanden waaronder deze vijanden één voor één door God onder Jezus' voeten worden geplaatst en vernietigd worden komt te einde. Bij de wederkomst wordt immers de laatste vijand, de dood, onttroond door de opstanding der doden uit de Adamitische dood/hades en het geven van onsterfelijkheid, onvergankelijkheid en de goddelijke natuur (1 Kor. 15:20-28, 42-58; 2 Pet. 1:3-4). Dus Jezus geeft dat koninkrijk/koningschap te midden van vijanden terug aan God de Vader (zie 1 Kor. 15:20-28).
2) De Vader geeft dan het eeuwige koninkrijk/koningschap aan Jezus en aan degenen die van hem zijn, en die delen in het erfgenaamschap van Jezus, bij de openbaring van de zonen Gods (Heb. 1:2; Rom. 8:14-30; Gal. 3:26-29).
Groeten,
Elle Previous Message
Hoi Elle,
Ja, maar we zijn het met elkaar eens, dat het koninkrijk dus is -uitgesteld- vanwege de verwerping van de koning, in 32AD?
Daarna begint het tijdperk van de genade waardoor jij en ik als niet-joden ook deel mogen nemen.
De boodschap van het koninkrijk, waarover Jezus in Matteus 24 spreekt is NIET die boodschap die 2000 jaar door de gemeente/kerk (niet het gebouw) is verkondigd. Matteus 24 gaat over de -laatste dagen- over een -generatie-, en niet zoals het WTG poogt, het uit te smeren.
Zoals ik poog uit te leggen, Openbaring 6 tot 18 ongeveer, is Matteus 24, maar dan in details. De 144.000 joden, zullen wereldwijd de boodschap van het koninkrijk brengen. Jij en ik, of welke christen dan ook, zou als het goed is, nooit 'het koninkrijk is nabij' gebracht hebben maar de GENADE van Jezus, wat de tijd is, waar Jezus inderdaad regeert te midden van zijn vijanden. Previous Message
Hoi Distazo,
Het koninkrijk of koningschap waar de apostelen een vraag over stellen in Hand. 1:6-7 , en waarvan God de tijden of gelegenheden niet openbaar maakt, is het koninkrijk of koningschap waarvan het tijdstip van aanvang slechts bij God bekend is en blijft totdat hij Jezus de opdracht geeft om het oordeel te gaan beginnen en de rechtvaardigen hun beloning te geven en de onrechtvaardigen hun straf. Dat is dus o.a. beschreven in Mat. 25:34 waar het in vers 31-46 gaat over de scheiding van de schapen en de bokken. Dat toekomstige koninkrijk of koningschap heeft GEEN vijanden meer.
De aanvang van het koningschap of koninkrijk van koning-hogepriester Jezus Christus (Ps. 110) is WEL bekend. Dat wordt "het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde" genoemd, wat in Kol. 1:13-14 staat. Dat is tussen zijn opstanding en zijn wederkomst, de tijd waarin Jezus alle autoriteit in hemel en op aarde heeft ontvangen (Mat. 28:18-20) en regeert te midden van zijn vijanden totdat de vijanden onder zijn voeten zijn gelegd (Ps. 110), en waar als laatste daad de wederkomst en de vernietiging van de laatste vijand, de dood die we van Adam hebben geërfd, door de opstanding der doden (1 Kor. 15:20-28). Daarvan wordt gezegd dat Jezus dat koningschap aan God de Vader overdraagt, wat dat ook moge betekenen (1 Kor. 15:24).
Dan is er nog het koninkrijks/koningschaps verbond van Mat. 19:28, Lukas 22:28-30, Op. 3:21 en 2:26-27. waarbij de gelovigen SAMEN MET JEZUS oordelen en "op tronen zitten". De wereld en Israel worden dan geoordeeld op de oordeelsdag (1 Kor. 6:2-3; Op. 20:4, 5b en 6). De oordeelsdag is de dag van de 1e opstanding, die van de rechtvaardigen, de jongste dag waarop ook de onrechtvaardigen worden geoordeeld, dat mede door de mannen van Nineve en de koningin van het Zuiden (Joh. 12:48; lukas 11:29-32; Mat. 12:38-42).
Groet,
Elle Previous Message
Previous Message
Hoi Distazo,
Hoi Elle, en deze vraag is dus heel essentieel. Jezus beantwoordt die vraag zelf, en niet alleen hij, het staat zelfs voorspeld in het OT.
Mattheüs 23:37–39 – bij het klaaglied over Jeruzalem zegt Hij: "Jeruzalem, Jeruzalem, ... zie, uw huis wordt aan u overgelaten. Want Ik zeg u: gij zult Mij van nu aan geenszins zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren."
Jij hebt reeds eerder gezegd, wat in mijn opinie een verkeerde uitleg is, alsof Jezus profetie in zijn EIGEN leven was voltooid. Dat is iets typisch wat een preterist zou zeggen
Het is altijd belangrijk jezelf af te vragen: Tegen wie sprak hij deze woorden en wanneer? In Mat. 23:37-39 zegt hij dat tot de schriftgeleerden en de Farizeeën zoals in de context naar voren komt in het 7-voudig "wee u", waarvan dit een onderdeel is, zie Mat. 23:37-39 en context. De discipelen waren ook onder het gehoor, anders kon het niet opgetekend worden in Mattheus en Lukas.
Hoi Elle, je bekende 'het gaat om koningschap, niet om een koninkrijk, wat je vaak eerder schreef, is ernstig ontkracht door Handelingen 1:6, dit heb ik vele malen aangehaald, de leerlingen, de joden verwahctten een letterlijk koninkrijk, niet een figuurlijk iets in het hart. In plaats dat Jezus dit ontkent, zegt hij 'dat het niet de tijd was voor hen deze kennis te hebben'.
Dus, wanneer Jezus sprak over malkuta, in het hebreeuws uiteraard, dan ging het om het letterlijke koninkrijk, waarvan Jezus de koning was die in hun MIDDEN stond. Previous Message
In Lukas 13:31-35 komen er Farizeeën bij hem om hem kennelijk te waarschuwen voor de moordplannen van Herodes, waar hij dezelfde woorden gebruikt als in Mat. 23:37-39. Jezus zegt tot de Farizeeën dat hij naar Jeruzalem gaat om te sterven als profeet want het gaat niet aan dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt (Luk. 13:33).
In Lukas 19:28-44 zien we dezelfde woorden waar hij op een veulen zijn intocht in Jeruzalem maakt. Onder de discipelen bevinden zich ook enige Farizeeën die tot Jezus zeiden: Meester, bestraf uw discipelen,en hij zegt tot hen dat als zij zouden zwijgen, de stenen zouden roepen. Dat was nog terwijl hij nog niet in Jeruzalem was.
Maar toen hij nog dichter bij de stad kwam , weende hij over haar en zou zo graag willen dat de inwoners van de stad zouden begrijpen wat tot vrede dient, want er zouden verschrikkelijke dingen met de stad gebeuren en haar tempel omdat ze niet de tijd hadden begrepen dat God door Jezus te zenden, naar hen omzag. Met andere woorden, als zij Jezus hadden aanvaard dan zouden zij vrede met God hebben, maar omdat dat niet gebeurd was, zou het vreselijk worden voor de stad en haar inwoners.
En dat is dan ook gebeurd met de stad en de tempel in 70 GT. Het Huis van God, de tempel, werd aan henzelf overgelaten en zou feitelijk geen functie meer hebben in de aanbidding van God. God had de stad en tempel verlaten, hetgeen ook bleek uit het van boven af scheuren van het voorhangsel van de tempel bij Jezus' dood. Van toen af aan was het een schertsvertoning geworden. Ze kregen nog tijd om zich te bekeren door de prediking van de apostelen in Jeruzalem, Judea en Samaria en tot de einden der aarde.(Hand. 1:8).
Jezus' eigen prediking tot Israel en de prediking van de apostelen voordat Jeruzalem en haar tempel werden verwoest was een teken van het feit dat God nog naar hen omzag, hen wou redden uit dat kromme geslacht (Hand. 2:40 en context, de prediking van Petrus en de andere apostelen op de Pinksterdag). Het verschrikkelijke zou aan de stad en tempel gebeuren binnen dat geslacht waarin Jezus leefde en gepredikt had.
Een preterist gelooft dat Jezus in 70 GT al teruggekomen is, maar dat geloof ik niet. Ik ben wel min of meer een partial preterist, en wel omdat NIET alles wat Jezus had voorzegd, ook in zijn tijd zou gebeuren. Mat.24 spreekt m.i. over minstens vier zaken min of meer door elkaar heen geschreven, nl. zaken over het Jeruzalem van zijn tijd, en dat hij zou sterven en worden opgewekt door God, en zaken die gaan over zijn komst van de aarde naar de hemel toe, en zaken over zijn wederkomst.
Waarschijnlijk wil jij mij laten zien dat Mat. 23:37-39 slaat op Jezus' wederkomst waarbij Israel dan hem zou verwelkomen met hetgeen hij zei in Mattheus en Lukas in de schriftgedeelten die ik aanhaal: "Gezegend Hij die komt in de naam des Heren". dat is nl. inbepaalde evangelische en pinkstergroepen de gedachte. Aan "gij zult mij niet meer zien totdat gij zegt: Gezegend enz. daar wordt meer van gemaakt dan wat het m.i. betekent. In feite zei Jezus min of meer dat ze hem nog wel zouden zien voordat hij gedood zou worden, hetgeen m.i. ook blijkt uit de door mij aangehaalde teksten. Uiteraard kan jij dat anders zien .
Uiteraard, Romeinen 11 is hier de grote steun, Israel zal VOLLEDIG hersteld worden, Paulus zegt het, tenzij een christen Paulus verwerpt of knipt met een schaartje.
Inderdaad wordt in Rom. 11:12 en in vers 25 over de volheid van Israel en over de volheid der heidenen gesproken. Als 'volheid' in absolute zin 'allen' of 'volledig' betekent, dan worden dus ook alle heidenen gered. Maar Paulus haalt in Rom. 9:27-28 hetgeen in Jesaja 10:21-23 staat, nl. dat "Al was het getal der kinderen Israels als het zand der zee, het overschot zal behouden worden, want wat Hij gesproken heeft, zal de Here doen op de aarde, volledig en snel".
Dat overschot of overblijfsel is het in Jezus gelovende ware overblijfsel van Israel, net als dat de volheid der heidenen de ware in Jezus gelovende overschot uit de volken is, hetgeen ook blijkt uit wat er verder nog in Rom. 9-11 wordt gezegd over zowel Israel als over de volken, een deel Israel weggebroken en eventueel teruggeënt werden op de gekweekte olijfboom, en van de volken (de wilde olijfboom) geënt zouden worden op de gekweekte olijfboom, die de beloften aan Abraham zouden ontvangen uit het geloof en door het geloof, dat vervuld zou worden in het Abrahamitisch verbond waar zowel gelovigen uit Israel als uit de volken kinderen van Abraham zijn vanwege hun geloof (Rom. 4 geheel).
Hosea 6:2 en Lukas 13:32 gaan niet over hetzelfde en je kunt daar geen profetie van één dag is duizend jaar opplakken, en dat daarmee 2000 jaar na Jezus dood en opstanding Israel zich zou bekeren. Zo ja, dan zou Jezus ook 2000 jaar boze geesten uitdrijven en genezingen verrichten en dan op de derde dag gereed zijn om nogmaals te sterven......
Ik schreef niet dat het over HETZELFDE ging. Volgens de kerkvaders wel, maar ik maak juist de uitleg dat Hosea 6:2 over ISRAEL gaat. Israel wordt verworpen en vernietigd. Maar zal worden hersteld na 2 dagen. Dat is wat het zegt.
Er zijn heel vele argumenten die uitkomen op het JAAR 2032. Ook de Essenen komen uit op dit jaar.
Nogmaals, de video, die niemand kijkt, geeft deze argumenten.
?t=1261 Previous Message
Wel zou het zo kunnen zijn dat zij die hem hebben doorstoken, dan samen met alle stammen der aarde of land over hem weeklagen (Op. 1:7), hetgeen b.v. in Mat. 8:11-12 en context en Lukas 13:28-29 en context wordt besproken waar degenen die zich niet hebben bekeerd tot Jezus, zowel Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten en mensen uit oost, west, noord en zuid (heiden-gelovigen) te zien zijn en die aanliggen in het koninkrijk Gods.
En ze zien en merken dan ook dat de aanvankelijke kinderen van het koninkrijk zelf door ongeloof eruit zijn geworpen in de buitenste duisternis en daar jammeren en weeklagen. Dat komt ook overeen met wat in Rom. 11 over de gekweekte olijfbom en de wilde olijfboom wordt gezegd, nl. dat er takken worden afgebroken van de gekweekte olijfboom, eventueel teruggeënt bij geloof tonen in de tijd waarin dat nog mogelijk is, en dat er takken worden geënt van de wilde olijfboom uit de volken die tot geloof zijn gekomen.
Goed, ieder zijn gedachten voor wat ze waard en voldoende onderbouwd zijn..... .
Groeten,
Elle Previous Message
Romeinen 11 bevestigt het herstel van Israël op drie manieren:
Hun struikeling is tijdelijk – niet een definitief verwerpen.
Hun volheid komt nog – een toekomstig herstel, dat Paulus grootser acht dan de huidige bekering van heidenen.
Heel Israël zal zalig worden – Paulus ziet een eschatologisch moment waarin God zijn volk terugbrengt.
26