Previous Message

Dag Rhode en RAM,

Eerst even een link naar het standpunt van de JG:

https://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/1984250?q=eeuwig+leven++en+onsterfelijkheid+hetzelfde%3F&p=doc

https://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/1963886

https://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/1200012106

=============================================================================================================================

Mijn gedachten: Joh. 5:26-27 zegt: "26 Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. 27 En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen [d.w.z. mens] is". Merk op dat dit "leven in zichzelf hebben", niet betekent dat Jezus dat dus al steeds had. Hij ontving het van de Vader bij zijn verheerlijking bij zijn opstanding en werd "Gods Zoon in kracht" zoals Paulus in Rom. 1:4 zegt.

In Heb. 7:16 staat dat Jezus zijn priesterschap heeft ontvangen krachtens een onvernietigbaar leven. Zoals in Joh. 5 :26 staat had hij dit "leven in zichzelf" niet altijd. Het werd hem gegeven. Wanneer? Openb. 3:21 zegt min of meer dat hij dit ontving nadat hij had "overwonnen". En dat geldt ook voor de gelovigen. Ook zij moeten overwonnen hebben om met Jezus op Jezus' troon te zitten, anders gezegd de autoriteit te ontvangen om gericht uit de oefenen over de ongelovigen (Op. 2:26-27; Mat. 19:28 en context; Lukas 22:28-30; 1 Kor. 6:2-3).

In Joh. 6:53-54 staat ook: " 53 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf . 54 Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage" . Vers 58 zegt: "58 Dit is het brood, dat uit de hemel nedergedaald is; niet gelijk de vaderen gegeten hebben en gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven".

Kennelijk zijn "leven in zichzelf hebben" en "eeuwig leven hebben" zaken die met andere woorden hetzelfde bedoelen of betekenen. Maar "eeuwig leven" heeft met tijd te maken, want het is "aionisch leven" of leven "van aion tot aion", "van tijdperk tot tijdperk", "alle voor Jezus vanaf zijn opstanding komende tijdperken". Yehovah God is de Enige die alle tijdperken God is als "de Zijnde", de "ho On" (Exod. 3:14 in de LXX, Griekse Septuaginta) die leefde en leeft van tijdperk tot tijdperk (olam tot olam, aion tot aion (Ps. 90:2; 1 Tim. 5:13 en 16).

Vanaf onze opstanding ten leven (Joh. 5:28-29) is dat ook zo. Nu hebben wij de belofte, dat als wij tot de dood of tot de wederkomst van Jezus volharden in het geloof, dat wij bij de opstanding der doden op de jongste dag het eeuwige of het leven in onszelf ontvangen (Joh. 5:54).

De Here God, Yehovah God de Almachtige wordt net als in Exod. 3:14 (LXX) in Op. 1:8 omschreven als "die Is (ho On), die Was (ho En) en die Komt (ho Ergomenos)". Jezus is hierbij niet inbegrepen alsof hij met De Vader en de heilige geest een drie-eenheid vormt. Hij staat buiten de Almachtige God zoals blijkt uit Op. 21:22 blijkt. Als het Lam staat hij buiten de Almachtige God die volgens de drie-eenheidsleer uit Vader, Zoon en de Heilige Geest bestaat, maar die bijbels gezien slechts uit één persoon bestaat, nl. de Vader.

Dan "onsterfelijkheid". Dat heeft kennelijk te maken met de kwaliteit van dat leven in zichzelf hebben, te maken. Want daar is "onvergankelijkheid" bij betrokken naast al hetgeen er door Paulus over het opstandings- of het veranderde lichaam wordt gezegd in 1 Kor. 15:42-58 waar staat:

"42Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; 43er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. 44Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. 46Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke.

47De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. 48Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. 49En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen. 50Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. 51Zie, ik deel u een geheimenis mede.

Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 53Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. 54En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.

55Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? 56De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet. 57Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. 58Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here".

En de dood is dus de laatste vijand he ?! Niet de satan...... En dat heeft m.i. grote gevolgen voor de uitleg van de leer der laatste dingen..... En de dood wordt bij de wederkomst onttroond, niet later ergens na de wederkomst of tijdens een andere wederkomst (1 Kor. 15:26, maar lees vanaf vers 20-28 om het in het verband te zien/begrijpen). Dat is dus op de oordeelsdag waarbij ook de ongelovigen opstaan in de opstanding ten oordeel en waarbij voor de ware gelovigen de belofte uit Mat. 25:34 wordt vervuld, en voor de ongelovigen ook hun straf wordt gegeven waarvan de duur voor eeuwig is, net als de beloning voor de ware gelovigen (Joh. 5:27-29; 2 Pet. 3:7; Mat. 25:31-46; Mat. 13:36-43 en 47-50).

BTW, ook is het zo dat gelovigen, terwijl ze leven, toch "dood" kunnen zijn (Op. 3:1). Men kan dus niet Joh. 5:24 gebruiken om te beweren dat als men eenmaal gelooft in Jezus' en in zijn woorden, men niet meer verloren kan gaan en altijd het VERoordelende oordeel ontwijkt, omdat men eens geloofd heeft waarbij men als het ware vanuit de geestelijke dood tot het geestelijke leven met Christus is gekomen en de belofte van het eeuwige leven/het leven in zichzelf hebben ontvangen zoals Joh. 5:24-25 zegt:

"24Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven. 25Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen, en die haar horen, zullen leven". Dit letterlijke onsterfelijke leven ontvangt men bij de opstanding uit het graf ten leven, en niet als men Jezus aanneemt in dit leven. Het is een belofte die gegeven wordt, eerst in geestelijke zin, en bij de opstanding in letterlijke zin. De opstanding ten leven of ten oordeel is pas bij de wederkomst.

Samengevat: "Eeuwig leven" heeft m.i. grofweg gezegd met tijd te maken, en "leven in zichzelf hebben" en "onsterfelijkheid hebben" heeft kennelijk met de kwaliteit van het eeuwige leven te maken.

Mijn gedachten tot zover, maar "toetst alles en behoudt het goede".

Groeten,
Elle