Dag Distazo,

Over een paar dagen zien we wie er gespeculeerd heeft.

Het gegeven dat 1000 jaar één dag is bij God moet naar mijn mening in z'n verband in Ps. 90 gelezen worden, want daaruit heeft Petrus het geciteerd.

Petrus wil zeggen in 2 Pet. 3:8-9 dat God tijd anders ziet dan dat wij tijd zien.

Lees wat in Ps. 90:4 staat, dan weet je het. De nadruk wordt door uitleggers steeds gelegd op "duizend jaren zijn bij God één dag", terwijl in hetzelfde vers in Ps. 90 nog iets wordt toegevoegd, nl. "ja, als een nachtwake", daarmee zeggende dat voor God tijd betrekkelijk is. Een nachtwake was 3-4 uur is ook in overdrachtelijke zin gelijk aan 1000 jaar dus. Met deze twee dingen wordt slechts gezegd dat God tijdloos is en niet aan tijd onderhevig is, zoals mensen dat wel zijn.

Bij mensen zijn er tijdsperioden, aionen. En in die menselijke tijdsperioden is God aanwezig. Vandaar dat er in Ps. 90:2 staat: "Van olam (of aion LXX) tot olam, zijt gij God".

Doordat het door bepaalde uitleggers echter letterlijk wordt genomen, krijgt men mensen die dan gaan speculeren op grond van iets wat anders bedoeld wordt, met zeer vele volgelingen......
========================================

Het enige voor wat Hosea en "na twee dagen" betreft, kan zijn in mijn visie, is dat als je het op de dood en opstanding van Christus betrekt in de zin dat op de derde dag er een nieuwe aion is aangebroken. Daarbij is er o.a. een met heilige geest gezalfde nieuwe heilige natie, een nieuw priesterschap en een nieuw volk (een nieuwe schepping) gekomen zoals Petrus in 1 Pet. 2:4-10 staat.

Dit naast 2 Kor. 5:16-17 waar er over het feit wordt gesproken dat als men IN Christus is, men een nieuwe schepping is, door het werk van Jezus aan het kruis voortgebracht, zoals Paulus ook zegt in Efeze 2:11-22. Daar staat dat Christus een nieuwe mens of mensheid heeft geschapen, een nieuwe schepping dus, bestaande uit een overblijfsel uit Israel (Rom. 11:1-10) en een overblijfsel uit de overige volken.

Dus ook dat er een nieuwe tempel is gekomen, niet meer onder de Wet en onder Mozes als dienaar in het door God gebouwde huis, Gods huis dus (Heb. 3:1-6), maar sinds Jezus koninklijk hogepriesterschap onder de Zoon, het huis, de geestelijke tempel waarin God woont bij zijn volk, degenen die in Christus zijn overgezet in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde, waarin ook christenen dienen als een koninklijk priesterschap (o.a. Op. 1:6; opnieuw 1 Pet. 2:4-10).

God is in het verleden altijd doorgegaan met slechts de ware gelovigen, terwijl de ongelovigen tijdens hun levenstijd zelfs nog de gelegenheid kregen om zich te bekeren. En sinds de komst van Christus is het precies hetzelfde, nl. met het gelovige deel van Israel en met het gelovige deel van de volken is en gaat God verder totdat de tijd voor het oordeel aanbreekt, net als in de tijd van Noach.

Wat in Heb. 3:1-6 staat over het door God gebouwde huis, is geen vervangingsleer, maar een voortzettingsleer waarbij God tot zijn doel komt met alle ware gelovigen van alle tijden, zowel Hebreeërs (Abraham was een Hebreeër) als leden van de 12 stammen, als leden van de natiën, anders gezegd het zaad van Abraham en erfgenamen van de vervulling van de beloften aan Abraham in het Abrahamitisch verbond.

En dat alles IN CHRISTUS de zoon van Abraham en erfgenaam van alle dingen (Heb. 1:2 en door wie God de tijdperken/aionen heeft geschapen door het werk aan het kruis, Gal. 3:26-29; Efeze 2:11-22, ). Dat was dus door de mensenwereld te verzoenen met God, zodat ieder de gelegenheid had om te geloven in de persoon Jezus de Gezalfde Zoon van God die als Verlosser zowel als slachtoffer werd gegeven door diezelfde God (2 Kor. 5:11-6:2).

Groet,
Elle