![]()
on 31/10/2025, 15:30:53, in reply to "Re: U bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie."
Israel wordt niet automatisch gered nadat de volheid der heidenen is binnengegaan. Er staat in Rom. 11:25 niet dat Paulus zelfs zegt dat de verharding van Israël tijdelijk is “totdat de volheid van de heidenen binnengaat” (Rom. 11:25) en dat daarna heel Israël behouden zou worden. Er staat: En zo, anders gezegd, op deze wijze, of aldus zal geheel Israel worden gered/behouden. Uit "de verloren schapen van het huis Israels" waar Jezus tot gezonden werd vanuit Sion (Mat. 15:24; Rom. 11:25-27) zou een overblijfsel gered worden (Rom. 11:1-10).
Jezus komt niet nog een keer om de Joden/Israelieten en de overige mensenwereld opnieuw vergeving door geloof en het koninkrijk of koningschap aan te bieden! De 2e komst is de oordeelsdag, de jongste of laatste dag, de dag waarop alles wordt geopenbaard en waarop de ondergang der goddeloze ongelovigen plaats vindt (2 Pet. 3:7 en context). Jezus komt voor degenen die hem verwachten, niet voor degenen die hem niet verwachten (Heb. 9:24-28). Er komt geen tweede verzoendag of tweede kans om alsnog te gaan geloven door te aanschouwen......
Degenen die zich "het ware Israel" toonden en tonen, zouden gered worden. En dat zijn degenen die geloof stelden (God in geest en waarheid aanbidden, Joh. 4:19-26) in Jezus vanaf de 1e komst van Jezus in de 1e eeuw (Rom. 2:25-29). Net als de verloren heidenen zouden ook de verloren schapen uit Israel gedurende de tijd van genade tijdens hun leven de kans krijgen om Jezus, de el gibbor, de sterke God uit Jes. 9:5-6 en 10:21-22 te aanvaarden.
Ik schreef je o.a. in https://members.boardhost.com/getuigen/msg/1761569517.html het volgende, waar je (nog) niet op reageerde:
Paulus gebruikt in Rom. 9:27-28 een aanhaling uit Jes. 10:22-23 om aan te geven wat meer inzicht geeft wat er met geheel Israel wordt bedoeld, nl. dat degenen van Israel die Jezus aannemen, het Israel wat via geloof in Jezus onder het nieuwe verbond is geplaatst, dat is het ware Israel (vergelijk Rom. 11:1-10).
Jes. 10:22-23 zegt NBG-1951 "22 Want, al ware uw volk, o Israël, als het zand der zee, een rest daaronder zal zich bekeren; verdelging is vast besloten, overvloeiende van gerechtigheid. 23 Ja, een verdelging die vast besloten is, voltrekt de Here, de Here der heerscharen, in het midden van de ganse aarde".
DAT deel is volgens Jes. 10:21-22 het deel of de rest wat Jezus aanneemt en "de volheid van Israel" of "geheel Israel", Jezus, de sterke god (el gibbor) en Vredevorst van Jes. 9:5-6, en dat gedurende de tijd dat de heidenen óók Jezus aannemen, de tijd tussen 1e en 2e komst.
Jes. 10:21-22 zegt "20 En het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jakobs huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid steunen zullen op de Here, de Heilige Israëls. 21 Een rest zal zich bekeren, de rest van Jakob, tot de sterke God".
Doordat Jezus Yehovah vertegenwoordigt en slechts datgene vertelt en zegt wat hem is geboden, stellen zij hun vertrouwen en hun steun op degene die door Yehovah gezonden is, nl. el gibbor, de sterke god......
Dus het overblijfsel van Israel is het ware Israel. Israelieten, Israelies en Joden kunnen gedurende de tijd dat de heidenvolken binnengaan, zelf ook weer teruggeënt worden op de gekweekte olijfboom, het Abrahamitisch verbond, en door geloof in Jezus, de Zoon van Abraham en de Zoon van God, worden gered. Die Redder is al in de 1e eeuw "uit Sion" gekomen en gezonden tot de verloren schapen van Israel (Mat. 15:24). En doordat zij geloof stellen in Jezus en in zijn offer, ontvangen zij vergeving van zonden door het brood en het bloed van het nieuwe verbond......
God vergeeft ze EERST door GELOOF, en DAN PAS de REDDING!
Groet,
Elle
Previous Message
Wie bedoelt Petrus met “een koninkrijk van priesters”?
1 Petrus 2:9 zegt inderdaad:
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie...”
Elle verbindt dit terecht met gelovigen “in Christus”. Maar waar het misgaat, is dat deze tekst wordt gebruikt om te suggereren dat Israël als volk en natie nu vervangen is door “de kerk” of de “nieuwe schepping”.
Dat is niet wat Petrus bedoelt, en het grenst aan vervangingstheologie .
1️⃣ Petrus’ woorden komen rechtstreeks uit Exodus 19:5–6
“Gij zult Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn.”
→ Dat zei YHWH tegen Israël bij de Sinaï .
Petrus citeert dus een belofte aan Israël , en past die toe op de gelovigen in Christus — Joden én heidenen — die nu delen in die roeping.
Hij zegt niet dat Israël is afgesneden, maar dat God nu ook anderen in diezelfde zegen inlijft (vergelijk Rom. 11:17-24, de olijfboom ).
2️⃣ “In Christus” zijn betekent niet dat Israël ophoudt te bestaan
Galaten 3:28 (“geen Jood of Griek”) gaat over geestelijke eenheid in redding , niet over het afschaffen van onderscheiden roepingen.
Paulus erkent ook ná Pinksteren nog een toekomst voor Israël als volk:
“God heeft zijn volk niet verstoten dat Hij tevoren gekend heeft.” (Rom. 11:1-2)
Hij zegt zelfs dat de verharding van Israël tijdelijk is “totdat de volheid van de heidenen binnengaat” (Rom. 11:25). Daarna zal heel Israël behouden worden .
3️⃣ De ‘nieuwe schepping’ en de ‘heilige natie’ zijn geen vervanging, maar uitbreiding
Wie in Christus is, wordt een nieuwe schepping (2 Kor. 5:17).
Dat betekent: een vernieuwd mens, niet een nieuw volk dat het oude wegduwt.
God heeft niet twee volkeren , maar één heilsplan met onderscheiden fasen :
Eerst Israël (Aardse roeping, land, koninkrijk)
Dan de gemeente (Hemelse roeping, getuigenis van genade)
En tenslotte: herstel van Israël en de vervulling van de land- en koninkrijksbeloften.
4️⃣ De “kerk” is nu een volk uit Joden en heidenen
Ef. 2:11–22 zegt niet dat de kerk Israël vervangt, maar dat de heidenen mogen delen in het burgerschap van Israël.
Let op het woord: “mede-burgers” , niet “vervangers”.
Gods plan met Israël blijft bestaan, maar Hij heeft tijdelijk heidenen toegevoegd om Israël jaloers te maken (Rom. 11:11).
Samenvattend:
Het priesterschap van de gelovigen is een gedeelde zegen , niet een vervanging van Israël.
Wie “in Christus” is, wordt deel van Gods gezin — maar dat wist Israël als volk niet uit.
De Schrift maakt duidelijk: Gods verbond met Israël is blijvend (Jer. 31:35–37; Rom. 11:29).
Kort gezegd:
Het is niet: “óf Israël, óf de kerk.”
Het is: “eerst Israël, dan ook de volken.”
De beloften aan Israël zijn niet opgeheven, maar tijdelijk opgeschort totdat de Messias terugkeert en Zijn koninkrijk opricht in Jeruzalem.
24