Ze zijn ook als nadenkertjes bedoeld...... .
Ik vind het schrijven over onze roeping en over andere geestelijke zaken het meest bevredigend en ook het meest opbouwend.
Voor ex-JG en/fade away JG kan het ook een opstap zijn om zich (weer meer) in de Bijbel te verdiepen.
Als men de verbanden gaat zien en over welk verband het gaat, dan kan men zich daarover verblijden, althans dat is bij mij het geval.
Door woordstudies via een concordantie te doen, ziet men de verbanden langzaam duidelijker worden.
Ik gebruik zowel de Nederlandse concordantie van Kok Nieuwe vertaling 1951 als de Grieks-Engelse concordantie met de woordnummering van Strong met de King-James-vertaling .
Men ziet door woordstudies nl. hoe een woord verschillend wordt vertaald in de diverse bijbels, en dat spreekt voor zich, want men ziet dan soms hun eigen overtuiging tevoorschijn komen i.p.v. de woordelijke betekenis in het Grieks.
Van een ex-JG die ik een paar jaar begeleid heb, kreeg ik ook de concordantie van de zwarte Nederlandse NW-vertaling, niet die van de nieuwe grijze NW-vertaling (mocht die er al zijn). Zelf had ik al de Engelse Concordantie van de zwarte Engelse NW-translation.
De oude Statenvertaling met woordnummering van Strong onder de woorden, met een Hebreeuws Nderlandse en Griekse Lexicons met woordnummering van Strong daarbij, is ook heel handig, dus die heb ik een tijd geleden ook aangeschaft.
De grote roodbruine NW-vertaling met Studieverwijzingen heb ik ook nog in het Nederlands, Duits en Engels, evenals de zwarte NW-vertaling en de grijze in deze drie talen, dus ik kan vooruit .
Groeten,
Elle Previous Message
Dag Elle,
Jouw postingen zijn altijd zo doordacht en evenwichtig!
Ik heb geen vragen, ook geen commentaar,
ik lees ze als "nadenkertjes".
Dank voor jouw twee "nadenkertjes!!!
Leprechaun
Previous Message
Dag boarders,
Mijn onderwerp is nog steeds de vraag: Wat is het doel van onze roeping?
Heb. 3:1-6 luidt als volgt (NBG-1951).
1 "Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, 2 die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, evenals ook Mozes getrouw was in [geheel] zijn huis.
3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Mozes waardig gekeurd, als de bouwmeester hoger eer geniet dan het huis. 4 Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God. 5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis als dienaar om te getuigen van hetgeen gesproken zou worden, 6 maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, [tot het einde onverwrikt] vasthouden".
"Hemelse roeping" is de roeping van God vanuit de hemel om berouw te tonen en zich te bekeren en zijn Zoon als middel tot redding te hebben door het geloof in hem, en niet door "de werken der Wet". Immers, onder de hemel is er geen andere naam gegeven waardoor wij behouden/gered kunnen worden dan door de "naam" van Jezus, die "naam" had gemaakt door wat hij deed vanaf zijn doop tot aan zijn dood aan het kruis.
Wat Petrus zegt in Hand. 4:8-12 was na de opstanding van Jezus. Hoewel Jezus' naam "Yehovah redt" betekent, betekent "Naam" ook "het geheel van wie en wat iemand is, zijn karakter en zijn autoriteit en alles waarvoor hij stond en daardoor getrouw gedaan heeft wat gedaan moest worden om het middel tot redding te kunnen zijn".
O.a. uit dit gedeelte uit de Hebreeën-brief kan opgemaakt worden en/of begrepen worden wat de bedoeling is van Joh. 14:1-3, waarstaat:
1 "Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. 2 In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; 3en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben".
Jezus ging heen/sterven om een plaats te bereiden in het huis van de Vader van Jezus. Hoe kwam Jezus bij hen terug? Doordat zijn Vader hem uit de dood/hades opwekte op grond en als resultaat van Jezus' werk, werd Jezus Christus, doordat hij getrouw bleef tot in de dood, aangsteld als Zoon over het huis van de Vader. Door zowel geloof te hebben/stellen in de Vader als in de Zoon, wordt men in het huis van de Vader geplaatst/opgenomen. Dit huis is tevens de geestelijke tempel van 1 Pet. 2:4-10 waarin de gelovigen een plaats hebben gekregen.
Jezus heeft het in Joh. 2:13-22 over het feit dat hij de tempel binnen 3 dagen zou doen herrijzen, de tempel van zijn lichaam (zijn lichaam in letterlijke maar ook in overdrachtelijke zin). Door zijn getrouwheid tot in de dood bewerkte Jezus dat zowel zijn letterlijk lichaam door zijn Vader kon worden opgewekt als ook dat de gemeente-opbouw begon waarover hij het tegen Petrus had in Mat. 16:13-2. Daar wordt gesproken over het bouwen van de gemeente op Petrus' belijdenis dat Jezus de Christus was, de Zoon van de levende God. Deze belijdenis van Petrus werd hem volgens Jezus geopenbaard door de Vader, de levende Gd, die in de hemel is. De poorten van het dodenrijk/hades zouden de gemeente niet overweldigen.
Het "tot mij nemen" in Joh. 14:1-3 heeft m.i. de betekenis van "opnemen in de nieuwe gemeenschap waarover Jezus is aangesteld, het huis van God" en waarvan hij de oorsprong is door zijn werk en zijn dood en de roeping tot koning-hogepriester van dat geestelijke "huis", de tempel waar God in woont (Efeze 2:11-22). Jezus ging naar de Vader om zijn offer/zijn bloed aan te bieden waardoor door geloof in dat offer vergeving van zonden verkregen kon worden (Heb. 9:24-28).
Door die "opneming" (het tot zich nemen van de gelovigen in het Huis van de Vade, de gemeenter) wordt men "deelgenoot" van de vruchten die de van de hemel afkomstige roeping in petto heeft, b.v. dat men ook de verzegeling van Gods geest der belofte ontvangt die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk dat God zich verworven heeft, tot lof van zijn heerlijkheid (Efeze 1:13-14).
Dat het "huis van God" de gemeente is, blijkt ook uit 1 Tim. 3:14-15 waar in de context Paulus instructies geeft hoe men zich in de gemeente moet gedragen, mocht hij nog niet gearriveerd zijn, door te schrijven: 14 "Dit schrijf ik u, hoewel ik vrij spoedig tot u hoop te komen. 15 Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid".
Mijn gedachten.....
Groeten,
Elle Previous Message
Dag boarders,
Iemand vroeg wat onze roeping was.
Ik zei tegen hem: Ik begrijp jou vraag zo:
"Wat is het doel van onze roeping?"
"Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren".
"Weinigen zijn op de smalle weg en gaan door de smalle/enge poort, maar velen zijn op de brede weg die tot het verderf leidt".
De roeping is van God afkomstig, en men moet op die roeping/het roepen van God naar de mens, antwoorden voordat men tot de uitverkorenen behoort. De uitverkorenen hebben ook een roeping, nl. het werk te doen wat God en Jezus hebben geboden te doen/gehoorzamen.
Mij komt daarbij 1 Pet. 2:4-10 in gedachten, waar staat:
4 "En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus. 6 Daarom staat er in een schriftwoord:
Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.
7 U dan, die gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis, 8 voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn.
9 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: 10u, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen".
Dit houdt naar mijn mening dus o.a. in, het verkondigen/proclameren aan ongelovigen dat men tot Jezus, de levende steen, moet komen, en om daarbij/daarnaast de grote daden/deugden verkondigen van God die ons geroepen heeft. Dit omdat Hij ons uit de duisternis gehaald heeft en ons tot Zijn wonderbaarlijk licht heeft gebracht, waardoor wij tot een koninklijk priesterschap en een heilige natie zijn en worden gevormd.
Paulus spreekt ook over zijn opdracht van Jezus in Hand. 26:15-18 en gebruikt daar ook over het "uit de duisternis tot het licht brengen" en "van de macht van satan tot God brengen". Ook in Kol. 1:13-14 gaat het over "uit de macht van de duisternis en het overbrengen in het koninkrijk (of onder het koningschap) van de Zoon van Gods liefde in wie wij de verlossing hebben, de vergeving van zonden".
Daarnaast is onze roeping om in de geestelijke tempel, een geestelijk huis, waarvan wij levende stenen zijn, de christelijke gemeente, een heilig priesterschap, God en Jezus te eren door geestelijke offers te brengen die God welgevallig zijn door Jezus Christus.
Daarbij is het nodig dat wij gedegen onderwijs ontvangen en niet slechts bij de melk te blijven in oppervlakkigheid, maar vast voedsel, zoals in Heb. 5:11-14 staat:
"11 Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen. 12 Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig (en) geen vaste spijs.
13 Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking: hij is nog een zuigeling. 14 Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad".
"De volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad".......
M.i. het "goed en kwaad" kunnen onderscheiden geldt voor zowel in het leven wat wij zo dag en door leiden, alsook in "het onderwijs in de leer der apostelen" d.w.z. "in de rechte prediking", en dat zowel (in onze proclamatie/verkondiging) naar de ongelovigen toe, als ook in het gedegen onderwijs in de gemeentelijke bijeenkomsten.
Ondertussen zijn wij op weg naar de prijs van de roeping Gods:
Filip. 3:13-16.
13 "Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, 14 maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.15 Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren; 16 maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder!"
Mijn gedachten......
Groet,
Elle
18