Dag Drie,

In het Huis van God, de christelijke gemeente, zijn allen "slaven" en "beheerders" die elk hun werk hebben te doen in de christelijke gemeente, ook wel het lichaam van Christus genoemd in Efeze 4:1-16. Dit naar de gaven en talenten die ze elk afzonderlijk hebben ontvangen, niet geregeld door gender/geslacht, afkomst of status.

Bij Jezus' zichtbare en merkbare wederkomst is het eindoordeel en geeft Jezus aan degenen die getrouwe en beleidvolle slaven of beheerders zijn geweest van hun gaven en talenten, door ze te gebruiken, elk hun beloning en mogen zij de vreugde van hun meester binnen gaan. Dit wordt in Mat. 25:1-46 d.m.v. gelijkenissen getoond, de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden, de gelijkenis van de talenten, en de gelijkenis van de schapen en de bokken, elk naar hun mogelijkheden.

Bij elk van deze drie gelijkenissen is er op het eind, het moment waarop de Heer van het Huis terug komt, een beoordeling van de slaven die gepaard gaat met de beloning van de getrouwe slaven en de verwerping van de ontrouwe slaven.

Zo eenvoudig is het naar mijn mening......

Groet,
Elle