(ex) JG denken vaak: "satan is de heerser van de wereld, alle landen, vooral israel is van hem".

Johannes 14:30:

“De heerser van deze wereld komt, en hij heeft geen macht over Mij.”

De ex-Getuigen (en ook sommigen in evangelische kringen) gebruiken dat alsof Jezus zei: “Satan is de baas van de wereld.”
Maar dat klopt niet met de volledige context van het Evangelie.

Laten we even duidelijk zetten wat Jezus bedoelde:

1) “Heerser van de wereld” betekent niet: eigenaar of wettige koning.

Het Griekse woord is ἄρχων τοῦ κόσμου τούτου (archōn tou kosmou toutou) — “heerser” in de zin van invloedrijk machthebber, niet als wettige vorst.
Hij is de usurpator, de onwettige bezetter van een wereld die eigenlijk aan God toebehoort.
Psalm 24:1 zegt het al:

“Des HEEREN is de aarde en haar volheid.”

Dus Satan heeft invloed, maar geen rechtmatige heerschappij.

2) Jezus zegt er juist bij: “Hij heeft géén vat op Mij.”

Dat is het kernpunt van die tekst.
Christus maakt duidelijk: zelfs al beweert Satan macht te hebben over de wereld, op Hem heeft hij niets — geen aanklacht, geen zonde, geen claim.
Dat is juist het begin van zijn nederlaag.

3) De macht van Satan is tijdelijk en onder Gods toelating.

Zie bijvoorbeeld Job 1–2: de satan kan niets doen zonder toestemming.
Ook in Lukas 22:31 vraagt hij “om” Petrus te mogen ziften — hij moet dus nog steeds toestemming vragen.

Romeinen 13 bevestigt het:

“Er is geen macht dan van God; de machten die er zijn, zijn door God ingesteld.”

Dus Pilatus, Herodes, of moderne staten — ze regeren niet in plaats van God, maar onder Zijn toelating.

4) Jezus’ overwinning betekent dat die heerschappij eindig is.

“Nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden.” (Johannes 12:31)
“Ik heb de wereld overwonnen.” (Johannes 16:33)

Dat is dus het tegenovergestelde van wat ex-JG’s er vaak van maken: Jezus zegt niet dat Satan nu koning is, maar dat zijn heerschappij bijna voorbij is.