Goedemorgen,
Zoals beloofd Deel 3. De Brug.
Of eigenlijk bruggen want het zijn er twee.
Gelegen over dezelfde weg en welke je ook kiest uiteindelijk kom je - in mijn geval in ´81 - ook in Fazantenkamp uit.
Beide bruggen hebben - zoals Vera het noemde - "gekke lantaarnpaaltjes".
Op maandag 10 Augustus 1981 wilde Vera dat ik met haar moeder (JG) kennismaakte.
Ze had mij op 1 Augustus voor het eerst gezien in "Het Wapen van Maarssen" (discotheek).
Zij zag mij, maar ik haar niet, dat is ook een bijzonder verhaal dat aan elkaar hangt van toevalligheden, die echter haarfijn op elkaar aansluiten.
Dus achteraf gezien op de 10e dag wilde ze mij al aan haar moeder voorstellen.
Haar vader was op zijn werk als Machinist bij NS.
Hij kwam later in de middag thuis en het was voor Vera effe spannend hoe haar Vader op mij zou reageren.
Dat ging goed, na een paar minuten zat ik met haar vader onder de motorkap van zijn auto.
Maar toen ik in de ochtend naar haar ouderlijk huis moest, was dat wel een dingetje.
Maarssenbroek is voor iemand die er nooit is geweest een doolhof, vooral op de fiets.
Toen had je nog geen smartphone met Google Maps of iets dergelijks.
Vera moest mij de weg dus via een oude telefoon doorgeven en ik moest dat onthouden want onderweg bellen was er niet bij.
Na over het Amsterdam Rijnkanaal te zijn gegaan moest ik "de gekke lantaarnpaaljes" volgen.
Winkelcentrum Bisonspoor bestond toe nog niet, dat was een kale vlakte.
Ik heb toen volgens mij de brug met de meeste lantaarn paaltjes gekozen, weet ik niet meer precies.
De twee bruggen zijn onveranderd al hebben ze bij de ene brug de lantaarnpaaltjes eruit gehaald.
Bij het andere gedeelte branden ze nog gewoon.
In de 40 jaar en bijna 9 maanden erna ben ik er nog vaak overheen gefietst, zonder er verder over na te denken.
Dat veranderde toen Vera op 22-4-2022 dood ging.
Ik was er met mijn dochter bij in die laatste minuten.
Ze had al morfine pleisters en zou aan de morfine pomp gelegd worden. De huisarts en een vrouw die dat ging doen waren er al.
Maar Vera werd wakker en was bij bewustzijn vlak voordat ze stierf.
Ik zat beneden nog mijn zoon te appen dat zijn moeder goed geslapen had.
Ik was er totaal niet mee bezig dat Vera dood zou gaan.
Kanker kon genezen dus daar rekende ik op.
De huisarts kwam naar beneden en zei dat ik beter naar boven kon komen.
Mijn dochter was bij Vera die ons aankeek.
Een paar tranen kwamen uit haar ogen.
Mijn dochter zei dat ik moest bidden en dat deed ik.
Daarna zagen we Vera wegglijden zeg maar.
Dat is een vreemd gebeuren.
Ze gaan van je weg en je kan er niks aan doen, je kan het niet tegenhouden.
"Ik zorg dat ik de jongens bij me heb" zei ik nog tegen haar.
"De jongens" zijn onze zoon, dochter, schoondochter en twee kleindochters.
En Vera was dood.
Ik schakelde in mijn gedachten meteen over naar haar terug komst.
Tussen haar leven en haar opstanding was wel dood maar ik was niet van plan mij daar bezig mee te gaan houden.
De Opstanding van de doden werd op dat moment voor mij prioriteit.
Daar zou ik mij bezig mee gaan houden.
En toen begon het zoeken.
Elle heeft mij veel over de verschillende Opstandingen verteld in die tijd.
Ik praatte al ruim 40 jaar vaak met mensen over geloof en eindtijd.
Vanaf toen was de Opstanding het - zeg maar - parade paardje in mijn gesprekken met mensen over de Bijbel.
En omdat ik al meer dan 40 jaar geloofde dat ik haar van Yehovah had gehad, ging ik zoeken naar contact met Yehovah.
En Jezus werd vanaf die tijd veel belangrijker.
Het ging tot mij doordringen welke rol hij speelde in Yehovah`s Plannen.
Natuurlijk heb je het gebed.
Ik bad al best veel maar toen nog veel meer.
Ik hoorde geen stemmen.
Dus ik stond open voor communicatie met Yehovah en Jezus.
Volgens mij heel normaal voor een Christen.
Dus toen de brug.
Ik liep er elke dag met mijn hond overheen.
Toen begonnen die gekke lantaarnpaaltjes ineens belangrijk te worden.
Want daar had Vera natuurlijk mee te maken gehad in 1981.
Alles van Vera klampte ik vast.
Ik was totaal niet met getallen bezig (datums wel want die onthoud ik vrij makkelijk, gezichten en namen niet).
Ik ging de gekke lantaarnpaaltjes tellen.
De eerste serie tot aan de trap waren er 10.
Na de trap waren het er 7.
Totaal de ene brug dus 17 gekke lantaarnpaaltjes.
De andere brug had er 10.
Totaal dus 27.
Toen begon ik er - in de dagen erna - mee te rekenen in mijn gedachten.
De opstanding moest snel beginnen, dus daar was ik mee bezig.
2027 kwam in mijn gedachten.
Zou Vera in 2027 terug komen?
Ik werd er blij van (in die tijd werd ik nergens meer blij van, daarna ook niet trouwens).
Toen ging ik passen en meten.
2020 + 7 + 2027 dus dat klopt aardig, voor MIJN gevoel. Mijn gevoel dus, gewoon persoonlijk.
Kwam Vera in 2027 terug dan zou ze 5 jaar dood zijn geweest.
Lang genoeg vond ik.
Na 5 jaar zou ik haar misschien weer terug hebben.
Dus de getallen 5, 7, 10, 17 en 27 werden ineens voor mij PERSOONLIJK belangrijk.
Naast mijn hond een gek lantaarnpaaltje zonder verlichting erin, die waren er in de loop der jaren op die brug uitgehaald.
Dus 17 zonder verlichting erin en 10 nog origineel.
Dat was het dus qua getallen vlak na haar dood.
Meer had ik niet.
Maar toen veranderde er iets.
Na een maand (en een dag geloof ik ) kan je de as op het crematorium ophalen.
Bij die as zit een steentje met een nummer.
Dat steentje is samen met het lichaam de oven in gegaan.
Vanaf dan blijft het steentje met het nummer bij de as, zodat altijd nagegaan kon worden van wie die as is.
Toen ik dat nummer zag viel ik juist niet van mijn geloof van verbazing.
Daar zag ik de nummers 5, 7, 10, 17 en 27 in terug (combineren en/of optellen).
Dat was wat mij betreft geen toeval.
Yehovah zou mij nooit een vrouw geven die na 40 jaar dood gaat.
Hij zou me een goeie vrouw geven en als ze dood gaat gewoon weer teruggeven.
Dat gebed toen ik nog 19 jaar was in 1981 en in gebed aan God vroeg "hoe de boel in elkaar zat" en dat ik de vrouw wilde waar ik mee ging trouwen,
was ik al 40 jaar van overtuigd,
dat dit gebed hoger is gekomen dan het plafond.
Toen wist ik dat God me gehoord had.
Gewoon een heel goed gevoel erover gehad.
Geen stemmen of andere vreemde dingen.
Gewoon dat de vragen waren aangekomen.
En de vrouw kwam een paar maanden later.
Ze nam het geloof mee en (een gedeelte) van waarheid.
Maar nu ze dood was moest ik VERTROUWEN hebben.
Haar twee namen Vera en Johanna betekende dat ook allemaal.
Voor mij persoonlijk kwam er een puzzel in zicht.
Ik had weer een stukje erbij gevonden.
Onze BEIDE namen klopte ook met het hele gebeuren.
Ik ben aan haar gegeven?
Of zij aan mij?
Dat hekwerk van die brug paste zelfs in de naam Vera.
Mijn derde naam:
Op ongeveer deze plek bad ik in 1981 en vroeg ik God om waarheid (wat is er aan de hand, hoe zit de boel in elkaar) en een vrouw.
Dit was mijn uitzicht toen. Op die plek langs het water.
Een paar maanden later werd ik aan de overkant van die plas (rechts) aan Vera voorgesteld.