Een hele kluif om te lezen
http://www.ethesis.net/duivel/duivel_deel_2.htm
onder 5 bijvoorbeeld
5. Geweld tegen heidense tempels
De overgang van heidendom naar Christendom was echter niet alleen een vreedzaam proces. Gedurende de hele vierde eeuw, maar vooral vanaf het einde daarvan, vond er geweld plaats door Christenen tegen de heidense culten. Dit geweld was vooral gericht op heidense tempels en kunst, maar ging vaak ook gepaard met wederzijds lichamelijk geweld. In het begin van de vijfde eeuw werden op veel plaatsen tempels verwoest, waarbij soms hevige rellen uitbraken en zelfs doden vielen. Vooral in het oosten van het rijk vielen tempels ten prooi aan de vernielzucht van Christenen, bijvoorbeeld het Serapeion, dat in 391 op initiatief van de bisschop van Alexandrië verwoest werd.[128] Maar ook in het westen werden tempels verwoest, bijvoorbeeld door Sint Martinus van Tours, die van 371 tot 397 bisschop was in Gallië, en daar veel heidense tempels vernietigde.
Dit gebeurde meestal niet op bevel van de keizers, maar op initiatief van de Christenen zelf.[129] De lokale bisschoppen namen het voortouw bij de strijd tegen heidense tempels, en gebruikten vaak groepen monniken als ‘knokploegen.’ Libanius beschrijft de acties van deze monniken:
‘Maar die in het zwart gekleden, die meer eten dan olifanten, door de menigte van bekers moeite verschaffend voor hen die hun drinken begeleiden met gezang, dit verbergend onder een bleekheid die ze door hun kunst verschaffen, o keizer, terwijl de wetten bestaan en van kracht zijn, lopen naar de tempels, met hout en stenen en ijzer, of zonder deze met handen en voeten. Daarna, nadat ze het dak hebben weggenomen van de buit van de Muzen, de muren verwoest, de beelden neergehaald, de altaren uit de hoogte getrokken, moeten de priesters zwijgen of sterven.’ [130]
Vaak hielp de plaatselijke christelijke bevolking mee.[131] Soms hadden de bisschoppen bij het vernietigen van tempels zelfs de beschikking over keizerlijke troepen.[132] De bisschoppen waren ook degenen die het meest actief preekten tegen idolatrie en het vasthouden aan heidense gewoontes door Christenen. Overigens waren er ook bisschoppen en monniken die juist het vernietigen van tempels wilden tegengaan.[133]
De keizers probeerden vaak het vernielen van tempels tegen te gaan, of in ieder geval moedigden zij een systematische vernietiging van tempels niet aan.[134] In 423 werd, tegelijk met wetten die heidenen hun religieuze beleving verboden en hun bezit afnamen, ook een wet uitgevaardigd die bepaalde dat goede heidenen niet lastig gevallen mochten worden:
17
Responses