aan de eindpaal van de tijden.
ziet ons oog de geest van het kwaad.
moe geworsteld en ontwapend,
tot geen afval meer in staat.
als de here god in allen en in allen alles is,
zal het licht zijn, eeuwig licht zijn
. licht uit licht en duisternis.
met bovenstaande gedicht vertolkte da costa als gelovige jood, de boodschap van de bijbel op volmaakte wijze hij baseerde dit gedicht op1.kor15-28.
wanneer alles hem onderworpen is, zal ook de zoon zelf aan hem onderwerpen die hem alles onderworpen heeft ,opdat God zij alles in allen 1kor; 15. vers 28. groet puck.
Previous Message
goede morgen Elle.
je hebt jezelf mooi en goed verklaard over jou handelen en jou levenswijze. je zou ook graag zien dat men dat van jou accepteert .maar zoals jij ook wel goedweet door hebt dat jou naasten er heel andere gedachten op na kunnen houden. je noemt dat ook wel oppervlakkig bezig zijn.dat wil toch niet zeggen ,dat die gelovige een beter mens is. ik had eens een buurman aan tafel die met de buurvrouw al langere tijd flink overhoop lag. huilend vertelde hij ik wil dit niet, ik ben een goed christen. dat wil toch niet zeggen dat deze geen fouten tegenover zijn mede mens maakt ? het is zelfs zo dat zelfs de bijbel verklaard in rom 2-14.dat mensen der natieén die geen wet hebben de goede dingen van nature doen zij zijn zichzelf tot wet. zij zijn juist degene die tonen dat die wet in hun hart geschreven staat terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun gedachten onderling beschuldigen of zelfs verontschuldigen. ook zij zijn naar gods gelijkenis gemaakt toch ?met dezelfde eigenschappen liefde ,wijsheid gerechtigheid, en macht?
gen; 1-26.laten wij de mens maken naar ons beeld en gelijkenis daar is volgens mij een verschil hetbeeld.dat is het aanzien .zoals wij elkaar aan schouwen. gelijkenissn zijn ons handelen in liefde wijsheid gerechtgheid en macht. daar herkennen wijook ons zelf in. .groetjes puck.
Previous Message
Dag Wijsneus,
Dank voor je berichtje. De inhoud respecteer ik zonder het er geheel mee eens te zijn, daar ik de diepte in ga en daardoor tot andere conclusies kom.
Ik heb een andere benadering zoals je weet, niet omdat ik dat altijd speciaal wil, maar doordat ik soms daartoe word gedwongen omdat het naar mijn mening niet zo eenvoudig is als het op het eerste gezicht lijkt. Het is niet alles "Jip en Janneke-taal". Er staan zoveel taalstijlfiguren in de bijbel, ruim 230 verschillende.
Dat zijn ook stijlfiguren die in de Nederlandse taal worden gebruikt zonder dat men het zich bewust is. De bijbel is een literair werk. Mensen die de belangrijkste stijlfiguren niet kennen, trekken dan conclusies die dan ook onjuist kunnen zijn.
Vandaar dat jij en ik tot andere conclusies komen voor wat bijbel- en taalonderzoek betreft.
Ook moet men m.i. niet slechts één tekst of één tekstgedeelte nemen en daar alleen door tot een conclusie komen, want er zijn soms tientallen teksten en tekstgedeelten die met elkaar bijeen gebracht moeten worden om alle facetten van een onderwerp te leren kennen, zodat er een totaalplaatje ontstaat, met alle facetten van het onderwerp. Dat gaat niet "in een vloek en een zucht". Daar is nazoekwerk voor nodig, maar niet iedereen houdt daarvan, maar ik wel. Dat doe ik ook met stamboomonderzoek, een hobby van mij.
Ik ben al lang genoeg belazerd door het WTG, om klakkeloos de "plaatjes" van het WTG aan te nemen. En het is gebleken in mijn geval dat ik daardoor veel beter de dingen begrijp dan eerder bij de JG. En ik ga daar ook gewoon mee door want het is m.i. beter om zich in de Schrift te verdiepen dan in onzinnige zaken die niks om het lijf hebben uiteindelijk. Ik doe het niet uit tijdverdrijf, al maak ik daar ook wel eens grapjes over, maar vind het fascinerend. Het verveelt mij miet.
Het is net als met een diamant met verschillende facetten. Ieder apart facet heeft een andere schittering.
Een ander voorbeeld: Blinden weten b.v. niet geheel hoe een olifant er uitziet. Men betast een paar plekjes en komt tot een bepaalde conclusie van de vorm van de olifant. Maar je moet de gehele olifant betasten om het volledige beeld te krijgen als blinde.
Men ziet nogal eens dat mensen vinden dat iemand die er wat dieper op in gaat, aan haarkloverij doet, of overdreven gedrag vertoont, omdat zo'n persoon het naadje van de kous wil ontdekken. Dat is frustrerend voor zowel degene die oppervlakkig blijft (die ergert zich eraan) als voor iemand die dieper gaat, die ergert zich aan de oppervlakkigheid. Men vindt het maar niks.
Dat is de spagaat waarin men geraakt en waarmee men kan worstelen .
BTW, jij hebt je mening gezegd. Vind je het nodig om nog in te gaan op wat jij aan conclusies trekt? Ik heb ook mijn mening gegeven waar jij niks mee kon. Dus?
Hartelijke groet en Jehovah's zegen,
Elle Previous Message
Hoi Elle
Je redenering gaat in mijn ogen al mank in Genesis.
(Genesis 1:26) 26 Verder zei God: „Laten wij de mens maken naar ons beeld, overeenkomstig onze gelijkenis, . . .
Wie is dan die, of zijn die, ons?
Jezus zegt zelf dat Hij al voor Abraham bestond.
In spreuken vind je daar het antwoord. De hoedanigheden die Jehovah heeft. Heeft Hij die zelf geschapen? Nee, want Jehovah was en is altijd al.
Mijn inziens heeft Jehovah al zijn hoedanigheden in zijn allereerste schepping gelegd. Jezus!
Geen gespeel met woorden, begrippen, zijstraatjes, andere definities en of wat dan ook op taalgebied.
En zoals ik dat nu op dit moment geloof, heeft Jehovah, samen met Jezus, al die hoedanigheden ook in ons gelegd.
De plicht, om jegens onze naasten goed te doen en behandeld te worden zoals wij zelf behandeld willen worden, roept naar elk mens. Das Jehovah! Previous Message
Voor Wijsneus,
Ik ga niets uitleggen in de zin dat iets alleen maar de waarheid is zoals IK het begrijp. Men moet ook volgens mij niet alleen afgaan op de NW-vertaling!Ik geef slechts mijn mening, meer niet.
Wie is die “mij”? Dat is de wijsheid van Jehovah, maar voorgesteld als een persoon, een vrouw, (Spr. 8:1-3) en “ze”, de vrouwelijke wijsheid, blijft roepen naast het onderscheidingsvermogen.
Men moet volgens mij ook het verband van het hoofdstuk + de reden te weten komen waarom dit stuk vers 22-31 erin geschreven is. Dat is volgens mij o.a. omdat de wijsheid niet iets van de ondervindingen van de mens afkomstig is, maar bij de schepping door God werd gebruikt om in dit geval de aarde te scheppen. En daarom moet er naar God geluisterd worden, want hij gebruikt al zijn hoedaningheden om de mens die zondig is geworden vanaf de zondeval, te waarschuwen en te onderwijzen. Heel het boek Spreuken gaat daarover.
Dan wordt in het vervolg van Spr. 8, nl. in de verzen 22-31 uiteengezet hoe deze wijsheid is “onstaan”, anders gezegd “tevoorschijn kwam” of “gebaard werd”. Ze bestond al “in" Jehovah God, samen met al de andere hoedanigheden die God gebruikte bij het scheppen (o.a. zijn aionische kracht en godheid), anders zou Jehovah zonder wijsheid zijn. Alles werd zichtbaar door de scheppingswerken.
Ze werd “als met” barensweeën door Jehovah voortgebracht vóór alle tijden (LXX: aionen) als het begin van Jehovah’s weg, vóór de aarde werd geschapen.
En terwijl de hemelen en de aarde werden geschapen, werd deze vrouwelijke wijsheid een meesterwerker (Hebreeuws: amon, anders vertaald met “lievelingskind/troetelkind”) naast Jehovah waarop hij bijzonder gesteld was. De NW heeft hier dus kennelijk een mannelijk persoon van gemaakt, een meesterwerker.
Dat kan ook niet anders, want we weten dat Jehovah niet alleen wijsheid gebruikte bij het scheppen. De wijsheid is nodig om de kennis en het inzicht (het onderscheidingsvermogen van Jehovah) in goede banen te leiden, te combineren (Spr. 3:19-20). De wijsheid zag dat alles goed ging met het scheppen en was daar blij mee. God zag dat de schepping niet alleen maar goed was, maar zelfs” zéér goed” zegt God ons in Gen. 1:31.
De wijsheid (nog steeds voorgesteld als een vrouw) van Jehovah God was vrolijk over het productieve land. De dingen waarop de vrouwelijke wijsheid ten zeerste gesteld was, waren bij de zonen der mensen. De vraag is of het geheel en ook dit laatste wel juist vertaald is.
En van een geestelijk schepsel naast God bij de schepping in dit Schriftgedeelte is nergens de rede naar mijn mening. Een hoedanigheid van God wordt d.m.v. personificatie als een persoon voorgesteld zonder het te zijn. Het is net als met het gezegde: "De plicht roept". De plicht kan helemaal niet roepen. Het is overdrachtelijk bedoeld.
Ik geef je de letterlijke woord-voor-woord-vertaling in 3 scans van Spr. 8:22-31.
Voor wat het waard is.....
Groet,
Elle
17
Responses