Waarbij voor hen schranderheid,wijsheid en dergelijke personificatie van woorden betreft, die aan hen zijn gegeven, de thora. Previous Message
Dag Wijsneus,
Begin bij Spr. 8:1. Daar zie je dat niet alleen "de Wijsheid", maar ook "de Schranderheid" spreken. In vers 12 heb je er al drie, nl. "de wijsheid", "de schranderheid" en zelfs "de kennis van het denkvermogen".
Als men een beetje kien is dan ziet men dat er in Spr. 8 van het taalstijlfiguur "personificatie" gebruik wordt gemaakt, daarmee bedoelend dat de beschreven abstracte zaken worden voorgesteld alsof ze personen zijn.
Zo heb je de uitdrukking "De Schrift, of de Bijbel zegt dit en dat". Dan wordt de Schrift of de Bijbel tot een persoon gemaakt die spreekt, terwijl het het geen persoon is. Maar deze manier van spreken wordt bij honderden zaken door iedereen gedaan zonder er bij stil te staan of het te beseffen.
Dat gebeurt in Spr. 8:22-31 ook. De Wijsheid wordt als een persoon voorgesteld terwijl de Wijsheid geen persoon is. En toch trappen miljoenen christenen in deze valkuil omdat ze geen weet hebben van personificatie, of gewoon hun ogen en verstand er voor sluiten zodat ze niet beïnvloed kunnen worden met dingen die hun niet aanstaan. Dit terwijl volgelingen van Christus toch de opdracht hebben om alles te toetsen wat er aan uitleg over de bijbel wordt gegeven door bijbeluitleggers binnen de christelijke gemeente (1 Thess. 5:19-21).
Wat Spr. 3:19 en 20 "zeggen", "laten zien" (ik gebruik weer personificatie) is hoe het concreet, echt is gegaan.
Daar staat: " Jehovah zelf heeft in wijsheid de aarde gegrondvest. Hij heeft de hemel stevig bevestigd met onderscheidingsvermogen . Door zijn kennis werden zelfs de waterdiepten vaneengespleten, en uit de wolkenhemel blijft lichte regen neerdruppelen".
Dus niet door iemand anders er bij te betrekken heeft Jehovah zelf en alleen door wijsheid, onderscheidingsvermogen en kennis de hemel en de aarde geschapen.
Jer. 10:12 zegt: "Hij (Jehovah) is de Maker van de aarde door zijn kracht , Degene die het productieve land door zijn wijsheid stevig bevestigt, en Degene die door zijn verstand de hemelen heeft uitgespannen".
Jes. 40:12-14 zegt: "Wie heeft de wateren louter in de holte van zijn hand gemeten en de afmetingen van de hemel zelf opgenomen met louter een span en het stof der aarde in een maat gevat, of met een [balans]wijzer de bergen gewogen, en de heuvels in de weegschaal? Wie heeft de afmetingen van de geest van Jehovah opgenomen, en wie kan hem als zijn raadsman iets doen weten? Bij wie is hij te rade gegaan opdat men hem zou doen verstaan, of wie onderwijst hem in het pad der gerechtigheid, of onderwijst hem kennis, of doet hem zelfs de weg van het werkelijke verstand kennen?
Het zijn allemaal retorische vragen waarop slechts "niemand" kan worden geantwoord. Niemand heeft Jehovah ergens bij geholpen dan zijn eigen kennis, wijsheid, verstand, kracht, onderscheidingsvermogen.
Jes. 44:24 zegt: "Dit heeft Jehovah gezegd, uw Terugkoper en uw Vormeerder van de buik af: "Ik, Jehovah, ben het die alles doet, die de hemelen uitspande, geheel alleen , de aarde uitspreidde. Wie was bij mij?"
Zie ook Jes. 45:8, 12 "Ik zelf, Jehovah, heb het geschapen".
Ps. 33:6 en 9 zeggen: "6) Door het woord van Jehovah werden de hemelen zelf gemaakt, En door de geest van zijn mond heel hun heerleger. 9) Want hijzelf zei [het], en het werd; Hijzelf gebood, en toen stond het er".
Het bovenstaande is geheel in overeenstemming met wat in het scheepingsverslag in Gen. 1 en 2 staat. God, niet Jezus, schiep de hemelen en de aarde. Hoe deed Jehovah God dat? Dat gebeurde door zijn goddelijke scheppingswoorden, zijn eigen gedachten uitgedrukt in woorden die geuit werden door verstand, wijsheid en onderscheidingsvermogen, die woorden die zoveel kracht en dynamische energie bevatten dat wanneer hij scheppingswoorden sprak, de schepping er stond en bestond.
Op. 4:11 voegt er nog wat aan toe: "Gij , Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden zij en werden ze geschapen".
Naast kennis, wijsheid, verstand, onderscheidingsvermogen en kracht, komt ook de wil, de scheppingswoorden en de geest van zijn mond bij het rijtje van goddelijke zaken die werden gebruikt om te scheppen. Ergens anders wordt ook nog over Gods raadsbesluit gesproken.
Al deze teksten, en er zijn nog meer, laten zien wie de Schepper is en dat de schepping niet aan iemand anders kan worden toegeschreven, iets wat we bij de JG wel hebben geleerd, nl. door een aartsengel Michaël, die later getranformeerd werd tot Jezus, en toen Jezus naar de hemel ging weer werd teruggetransformeerd tot Michaël de aartsengel.
Joh. 1:1-5 wordt op de volgende manier vertaald in de Naardense Bijbel: "Bij begin (Gen. 1:1) is er het spreken geweest; het spreken is God nabij geweest, ja, God is het spreken geweest; het is geweest bij het begin, God nabij (Spr. 8:22 vv); alle dingen zijn daardoor geworden en buiten dat om is niet één ding geworden dat geworden is. Daarin is leven geweest, en dat leven is het licht der mensen geweest; het licht schijnt in de duisternis: de duisternis heeft het niet opgenomen".
De vertaler zegt hierboven in feite dat "het woord" niet een persoon was, maar dat God sprak zoals God dat ook deed in heel Gen. 1. Ook het "licht" staat in Gen. 1:3-5 geschapen door de woorden: Er zij Licht en er was Licht.
Het vlees worden van het abstracte woord van God tot een volmaakt echt mens van vlees en bloed zoals Adam, was een scheppingsdaad van God d.m.v. de conceptie van Jezus in de baarmoeder van Maria en door zijn uiteindelijke geboorte door geest en kracht, niets méér en niets minder. Daarmee werd Jezus het beeld en de zoon van God net als dat Adam het beeld en de zoon van God was. En Jezus was net zo'n volmaakt mens als Adam bij zijn schepping, de reden ook dat Jezus kon dienen als de overeenkomstige losprijs voor de zonden van de mensheid. Jezus moest de schepping redden en tot een nieuwe schepping maken via zijn offer. Jezus was de persoon waardoor en waarin de Wijsheid en de Kracht van God tot uitdrukking werd gebracht en zichtbaar werd (1 Kor. 1:21-25). Zonder Jezus' offer was Gods schepping mislukt en kon er geen herschepping komen.
Daarbij komt nog dat het woordje 'logos' meerdere betekenissen heeft, b.v. brein. Hetgeen wordt gezegd komt na beraad in de geest of het brein van God naar buiten door het formulerend uitspreken van gedachten die door wijsheid, kennis en onderscheidingsvermogen overdacht en ontstaan zijn in het brein van God, ook wel de geest van God genoemd en waarvan kracht uitgaat, benoemd in o.a. Rom. 15:13 en 19 en in 1 Kor. 2:10-11, waarin de werking van de geest van de mens vergeleken wordt met de werking van de geest van God. Gods geest IS niet een kracht, doch er gaat kracht van uit. Gods geest is het bewustzijn en de persoonlijkheid van God, dus wat God tot God maakt, net als onze geest ook ons bewustzijn en onze persoonlijkheid is en ons als mens tot mens maakt.
Er zijn nog genoeg teksten met uitspraken van o.a. Jezus en Paulus waarvan men op het eerste gezicht zegt, dat hij in de hemel door God naar de aarde werd gestuurd, of dat Jezus uit de hemel kwam (maar was dat letterlijk of overdrachtelijk?), dus dat Jezus een vóórbestaan zou hebben. Jezus werd echter pas op 30-jarige leeftijd, terwijl hij op aarde was , gestuurd om zijn bediening te beginnen en om die te voleindigen.
En daar kan verder over gesproken worden.
Eerst maar weer voor wat het waard is..... .
Groet,
Elle
Previous Message
Leg dit eens uit Elle?
(Spreuken 8:22-31) 22 Jehovah zelf heeft mij voortgebracht als het begin van zijn weg, als het vroegste van zijn werken van oudsher. 23 Vanaf onbepaalde tijd was ik aangesteld, van de aanvang af, vanaf tijden vroeger dan de aarde. 24 Toen er geen waterdiepten waren, werd ik als met barensweeën voortgebracht, toen er geen bronnen waren, zwaar beladen met water. 25 Voordat de bérgen waren neergelaten, vóór de heuvels, werd ik als met barensweeën voortgebracht, 26 toen hij de aarde nog niet had gemaakt, noch de open ruimten, noch het eerste gedeelte van de stofmassa’s van het productieve land. 27 Toen hij de hemelen bereidde, was ik daar; toen hij een kring over de oppervlakte van de waterdiepte verordende, 28 toen hij de wolkgevaarten daarboven verstevigde, toen hij de bronnen van de waterdiepte krachtig maakte, 29 toen hij de zee zijn verordening stelde, dat de wateren zelf zijn bevel niet zouden overschrijden, toen hij de grondvesten der aarde verordende, 30 toen werd ik als een meesterwerker naast hem, en ik werd degene op wie hij dag aan dag bijzonder gesteld was, terwijl ik te allen tijde vrolijk was voor zijn aangezicht, 31 vrolijk over het productieve land van zijn aarde; en de dingen waarop ik ten zeerste gesteld was, waren bij de zonen der mensen.
25
Responses