de ratio.!
hierin overtreft hij de dieren .en benadert hij goden. pre'3 .van 19 tot 21.
de tot ontplooiing gebrachte ratio, is dus het eigen kenmerkende goede in de mens.
de overige dingen zijn voor hem gemeenschappelijk met de dieren, en de planten.
hij is sterk de leeuwen ook./ hij is mooi.de pauwen ook., hij is snel,/ de paarden ook.
in al deze dingen wordt hij overwonnen. het gaat er niet om wat de mens als het belangrijkste of het grootste heeft. maar als het zijne.
hij heeft massa de bomen ook. hij heeft instinkt;en de mogelijkheid zich te bewegen, op eigen initiatief. ook wilde beesten hebben een instinkt en de mogelijkheid zich te bewegen op eigen initiatief.
wilde beesten hebben ook een stem maar hoeveel helderder of anders dan die van de mens .
zoeter of beweeglijker zoals die van ,adelaars, ook zoveel lager dan de de stem van de stieren
.
wat is eigen in de mens ?de ratio! als deze juist en geperfectioneerd is, heeft ze het geluk van de mens volledig gemaakt. pre 3- 20,21.puck.
393