Iemand die kan omschrijven wat er gebeurt middels deze brief? Is er voldaan aan de richtlijnen die Jezus aan ons allen gaf?
We bewegen ons naar (Lukas 6:46-49). Kleine en grote huizen zullen vallen.
--------------------------------------------------
(Mattheüs 5:21-26) 21 GIJ hebt gehoord dat tot hen die in de oudheid leefden, werd gezegd: ’Gij moogt niet moorden; maar wie een moord begaat, zal rekenschap moeten afleggen voor het gerecht.’ 22 Ik zeg U echter dat een ieder die toornig blijft op zijn broeder, rekenschap zal moeten afleggen voor het gerecht; maar wie zijn broeder met een verfoeilijk minachtend woord aanspreekt, zal rekenschap moeten afleggen voor de Hoge Raad; terwijl een ieder die zegt: ’Gij verachtelijke dwaas!’, in aanmerking zal komen voor de vurige Gehe̱nna. 23 Wanneer gij daarom uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, 24 laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave. 25 Haast u een zaak bij te leggen met degene die u bij het gerecht aanklaagt, terwijl gij nog met hem onderweg zijt daarheen, opdat de aanklager u niet op de een of andere wijze aan de rechter overlevert, en de rechter aan de gerechtsdienaar, en gij in de gevangenis wordt geworpen. 26 Ik zeg u met zekerheid: Gij zult daar stellig niet uitkomen totdat gij het laatste geldstuk van zeer weinig waarde hebt betaald.
(Mattheüs 7:1-5) 7 Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten. 3 Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog? 4 Of hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: ’Laat mij het strootje uit uw oog halen’, wanneer er, zie! een balk in uw eigen oog is? 5 Huichelaar! Haal eerst de balk uit uw eigen oog, en dan zult gij duidelijk zien hoe gij het strootje uit het oog van uw broeder moet halen.
(Mattheüs 18:15-17) 15 Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.
(Mattheüs 18:21, 22) 21 Toen kwam Pe̱trus naar hem toe en zei: „Heer, hoeveel maal kan mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?” 22 Jezus zei tot hem: „Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zevenenzeventig maal toe.
(Mattheüs 18:23-35) 23 Daarom is het koninkrijk der hemelen gelijk geworden aan een mens, een koning, die afrekening wilde houden met zijn slaven. 24 Toen hij met de afrekening begon, werd er een man binnengebracht die hem tienduizend talenten [= 60.000.000 denarii] schuldig was. 25 Omdat hij echter niet over de middelen beschikte om [ze] terug te betalen, beval zijn meester dat hij met zijn vrouw en zijn kinderen en al wat hij bezat, verkocht zou worden en de betaling zou worden voldaan. 26 Daarom viel de slaaf neer en ging hem hulde brengen en zei: ’Heb geduld met mij en ik zal u alles terugbetalen.’ 27 Daar de meester van die slaaf hierdoor tot medelijden werd bewogen, liet hij hem gaan en schold hem zijn schuld kwijt. 28 Maar die slaaf ging naar buiten en trof een van zijn medeslaven, die hem honderd denarii schuldig was; en hij pakte hem beet en ging hem wurgen en zei: ’Betaal terug wat gij schuldig zijt.’ 29 Daarom viel zijn medeslaaf neer en verzocht hem voorts dringend en zei: ’Heb geduld met mij en ik zal u terugbetalen.’ 30 Hij wilde echter niet, maar ging heen en liet hem in de gevangenis werpen totdat hij terugbetaald zou hebben wat hij schuldig was. 31 Toen nu zijn medeslaven zagen wat er gebeurd was, werden zij zeer bedroefd, en zij gingen hun meester duidelijk maken wat er allemaal gebeurd was. 32 Toen ontbood zijn meester hem en zei tot hem: ’Slechte slaaf, ik heb u al die schuld kwijtgescholden toen gij mij er dringend om verzocht. 33 Hadt gij dan op uw beurt niet barmhartig met uw medeslaaf moeten zijn, zoals ook ik barmhartig met u ben geweest?’ 34 In gramschap ontstoken leverde zijn meester hem toen over aan de gevangenbewaarders, totdat hij alles terugbetaald zou hebben wat hij schuldig was. 35 Zo zal ook mijn hemelse Vader met U handelen indien niet een ieder van U zijn broeder van harte vergeeft.”
(Lukas 6:46-49) 46 Waarom dan noemt GIJ mij ’Heer! Heer!’, maar doet niet de dingen die ik zeg? 47 Een ieder die tot mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, ik zal U tonen op wie hij gelijkt: 48 Hij gelijkt op een mens die bij het bouwen van een huis diep ging graven en een fundament op de rots legde. Toen er nu een stortvloed kwam, beukte de rivier tegen dat huis aan, maar was niet krachtig genoeg om het te doen wankelen, omdat het goed gebouwd was. 49 Wie daarentegen hoort en er niet naar handelt, gelijkt op een mens die een huis op de grond bouwde zonder een fundament te leggen. De rivier beukte ertegenaan en onmiddellijk stortte het in, en de verwoesting van dat huis werd groot.”
--------------------------------------------------
Previous Message
Voila
https://avoidjw.org/nl/robert-luccioni-leugens/
Ik kan het ook kort houden; scheelt leeswerk;
2 Timoteüs 3:13 beschrijft de huidige toestand van de organisatie: “Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger vervallen, ze misleiden anderen en worden zelf misleid.”
Dan weet je waarom je uit de WT gestapt bent of alsnog moet uitstappen.
Misschien nog even langs de GGZ om wat bugs te fixen; maar het komt goed
/ZARA
31
Responses